Het relaas van een ‘kapitein’ genaamd Putu – Flores/Indonesië

De wekker om 6u30, niet echt wat je zou verwachten op vakantie. Met een zwaar hoofd en kleine oogjes strompelen we richting het ontbijt, toast met eitjes en banaan, energierijk genoeg om ons in beweging te krijgen. De wandeling richting het Oko Komodo Cruise office is er eentje van een minuut, en dus zitten we mooi op tijd klaar. Een mede-driedaagser is ondertussen zijn ontbijt aan het eten, maar voor de rest lijkt er niemand toe te komen. Het wordt ondertussen 8u, niemand. 8u30, niemand. Pas tegen 8u45 komt er nog een koppel toe, en tegen 9u30 staat er een busje klaar om ons op te pikken. 2u wachtend dus. Wanneer we vragen waarom we hier zo nodig om 7u30 moesten zijn, bleek het een misverstand te zijn van zijn kant, en bedoelde hij 9u30. Tegen het andere koppel had hij blijkbaar 8u30 gezegd. De chaos kan dus al beginnen. De laaste passagier komt toe, en blijkt net van een doktersbezoek te komen. Koorst en wat onwennigheid bleken echter geen grote oorzaken te hebben, en dus krijgt hij de goedkeuring om mee te gaan op de cruise, en zich gewoon rustig te houden als hij zich opnieuw niet goed zou voelen.

Het busje brengt ons naar de haven, waar we opnieuw wat geduld moeten hebben want ze zijn de boot nog aan het voorbereiden. Even later komt er een horde Chineesjes toe die blijkbaar met ons mee op de boot gaan, iets waar we niet meteen voor staan te springen. Ze hebben natuurlijk allemaal gigantische valiezen mee, terwijl al de rest het met een kleine(re) rugzak stelt. Nu, de rest van de bende ziet er best plezant uit, dus dit kan wel een leuke driedaagse worden. Een half uurtje later mogen we opstappen, op een boot die net niet begint te zinken als we er met de volle 14 man plus bemanning op kruipen. En dan is het weer nog even wachten. Er zijn nog geen eitjes geleverd, dus moeten we even geduld hebben. Volgens de belofte van 7u30 aanwezig en 8u vertrekken zijn we nu al zowat 2u30 later. De eitjes komen toe, en ook een aantal kartonnen met flesjes water worden ingeladen en we kunnen eindelijk op pad.

We beginnen op deze kleine boot omdat de grote boot ergens anders gedokt zou liggen. Ergens in de loop van de dag, niemand weet exact wanneer, gaan we overgeladen worden op de grote boot, waar ook de slaapcabines op te vinden zijn. Het bootje nu is een klein exemplaar waar we maar net in passen, maar voor snorkelen is dat wel oke. Tijdens de boottocht maken we kennis met Brian, een student die hier stage loopt om zijn opleiding als reisbegeleider verder te kunnen zetten. Het is voor hem ook allemaal nieuw, en dus is het voor hem vooral voor de ervaring van het organiseren en de klantenomgang te doen. Een sympathieke gast, en we kunnen het al meteen vinden. Hij is nog wat timide, maar dat komt wel los. En dan worden we op de eerste snorkelplaats gedropt, waar iedereen vrij op ontdekking kan gaan voor een uurtje. Het is er best mooi, geen prachtig koraal maar wel talrijke visjes die soms nieuwsgierig, soms aanvallend, dichterbij komen. Vooral de Nemos verdragen geen bezoek, de anderen zwemmen gewoon weg alsof ze wel iets beters te doen hebben.

Tegen de tijd dat we wat verkend hebben en hebben gevonden waar de visjes zich eigenlijk verstoppen is het alweer tijd om op de boot te kruipen, spijtig. Op naar de volgende stop dan maar: een klein strand waar het hem vooral om het viewpoint te doen is. Na een korte wandeling, heel kort zelfs, krijgen we een prachtig beeld van Rinca eiland, wat we een van de komende dagen gaan bezoeken. Dan al terug de boot op naar een derde stopplaats, wat een privaat eiland blijkt te zijn en we moeten betalen om aan te leggen. Dat laten ze ons weten als we op de steiger staan, en ze vragen ons om 10k te betalen. Wanneer we zelf even gaan navragen hoeveel het zou moeten zijn, blijkt het 50k per boot te zijn, ongeacht het aantal personen. Wij zijn met 11, en dus elk 5k. Onze gids valt natuurlijk uit de lucht, een slimme manier om geld te verdienen. Wanneer we hem vragen of we bijna kunnen wisselen naar de grote boot, waar we uiteindelijk voor hebben betaald, laat hij ons weten dat die nog onderweg is. Voorlopig moeten we de tijd maar doden met hier wat te snorkelen. Echt gepland voelt dit niet aan.

Na een uurtje in het water moeten we allemaal terugkeren naar de steiger want de grote boot zou aangekomen zijn. En dan begint het hele circus. De boot die aangemeerd ligt is helemaal niet de boot die ze ons getoond hadden op de foto, en na een paar vragen te stellen aan onze gids wat de plannen zijn voor de komende dagen lijkt hij helemaal dicht te klappen omdat hij het zelf ook niet echt lijkt te weten. Wanneer hij dan plots afkomt met de opmerking dat de watertank van de boot leeg is, en we dus naar Labuan Bajo (LB) over en weer moeten om die bij te vullen, is hij er helemaal aan voor de moeite. Ze hadden ons een prachtige sunset aan een cave beloofd, iets wat we nu dus zullen missen. De hele dag trok al op niet veel, en niemand is tevreden met het huidige verloop. Na een hele discussie gaat iedereen uiteindelijk aan boord, veel keuze hebben we niet.

Wanneer we dan proberen te ontdekken waar we kunnen slapen, blijkt de boot nog vol te liggen met materiaal van een andere groep, waarvan het vandaag de laatste dag was. En die moeten dus ook terug naar LB. Of er nu water geweest zou zijn of niet, terugkeren moesten we sowieso. Wat een goeie planning. De gids krijgt alle commentaar te verduren, en belt zijn baas (die ons de tour verkocht heeft) op met de vraag of hij naar de boot kan komen zodat dit uitgeklaard kan worden. Anderhalf uur lang varen we terug, terwijl de gids zich veilig verstopt zodat hij ons niet meer moet horen. De positieve kant aan een situaties als deze is dat we onze reisgezellen meteen goed leren kennen, samen in hetzelfde schuitje zitten creëert meteen een band. Nu maken we echt kennis, iets wat de voorbije dag nog niet echt was gebeurd.

Wanneer we aankomen in LB duurt het nog een hele tijd voor alles wat opgeklaard raakt, en tot onze grote verbazing dokken we aan de boot die we op foto getoond (en dus beloofd) waren. De mensen die nog op de boot zaten worden opgehaald met een speedboot en een tanker komt vers water leveren. Ook het Chinese gezin dat mee was besluit de nacht niet op deze boot door te brengen, en vraagt om mee te mogen naar het land. Putu ( de baas) zou hen via telefoon een overnachting in een hotel dat van hem is aangeboden hebben, en dat lijkt voor hen voldoende te zijn om deze heise achter zich te laten. Veel mensen lopen op en van de boot, maar van Putu geen spoor. Pas nadat we hem zelf meermaals proberen op te bellen en de gids pushen om dat ook te doen komt hij naar de boot, en begint de hele discussie. Vandaag trok op niets, de boot is op sterven na dood en het eten van vandaag strookt niet met de beloftes. We hebben met ons 12 redelijk honger geleden. Wij blijven kalm en verdedigen ons standpunt, maar Putu lijkt dit niet te kunnen verdragen, hij wordt ongeduldig en begint ons half uit te schelden. Uiteindelijk bereiken we een overeenkomst, we krijgen allemaal 500k refund, en als de volgende 2 dagen ons niet aanstaan krijgen we 3 maal het betaalde bedrag terug. Zo goedgelovig zijn we nu ook weer niet, maar de 500k refund gaan we eruit forceren. Met een opname van de hele discussie hebben we toch al een beetje bewijs in onze handen. Ondertussen is het eten klaar, zodat we toch een klein beetje onze gedachten kunnen verzetten. En tot onze grote verrassing zit er nog iemand nieuw aan tafel. Patrick is een Duitse toerist die blijkbaar op wandel was door de straten van LB en opgepikt is door Putu om de avond op de boot door te brengen. Geen idee hoe of waarom, maar hij zit mee aan onze tafel, het zou een leuke ontmoeting kunnen zijn, maar het komt op een ongemakkelijk moment en er is al veel te weinig eten voor de 12 man die op de boot zit, laat staan voor een extra gast. En na het eten zijn Putu en Patrick plots weer weg, even mysterieus als ze zijn gekomen. Wat gebeurt hier toch allemaal. Een babbel met onze mede-ongelukkigen lijkt onze gemoederen allemaal wat te bedaren, en wat later is het bedtijd. Ondertussen zijn de meeste lakens wel vervangen en hebben we allemaal min of meer een plaatsje gevonden in de kajuiten. Een koppel dat een privé kajuit heeft geboekt heeft echter nog geen verse lakens, en dus halen ze die van de boot waar we tegen gedokt liggen, het is toch van dezelfde eigenaar dus zoveel zal dat allemaal wel niet uitmaken.

De volgende ochtend is er geen ontbijt te zien, en een kok al helemaal niet. Wanneer we rondvragen of er ontbijt voorzien zal worden krijgen we een bord met ongetoast toastbrood voor onze neus geduwd. Niet echt smakelijk, dus trekken we zelf de keuken in op zoek naar lekkers. De paar eitjes die er nog liggen beginnen we op te bakken, zodat iedereen toch van een heerlijk ommeletje kan genieten. Met de toaster van de naastliggende boot geraakt het brood getoast, en dus hebben we er zelf al bij al nog iets van kunnen maken. Wanneer iedereen bijna zijn gigantische ontbijt van een snede brood en een eitje heeft binnengespeeld zien we de gids met zijn rugzak naar de andere boot oversteken. Wanneer Nick hem even volgt en de vraag stelt wat er aan de gang is, krijgt hij het simpele antwoord ‘I quit’. Het staat hem blijkbaar allemaal ook niet aan, en Putu heeft hem nog niet betaald, dus gaat hij er ook niet mee verder. Dus blijven we over met Brian, de sympathieke maar onervaren trainee. En die heeft duidelijk ook geen deugd van dit hele gebeuren, hij probeert goedlachs te blijven, maar het is hem allemaal wat te veel. Tot ieders verbazing komt er dan plots een bootje aanmeren met een kerel met een rode T-shirt, die in de keuken begint te rommelen en noedels uit pakjes klaarmaakt voor iedereen. Niemand die enig idee heeft wie dit precies is, maar na het klaarzetten van een zestal borden vertrekt hij weer even plotseling. Echt een circus dit, hier hebben we echt geen goesting meer in. Tot onze grote verbazing zitten er nog drie extra gasten aan de ontbijttafel, Patrick is terug gekeerd en een Frans koppel heeft blijkbaar ook nog getekend voor de tour van Putu. En er is nu al niet genoeg eten en slaapplaats, plezant.

Wanneer Putu plots weer toekomt op de boot vertellen we hem dat we er genoeg van hebben, en dat hij ons in de haven van LB mag afzetten en we wel een andere tour gaan boeken. De anderen lijken oke te zijn en “willen” min of meer blijven (niemand heeft echt veel zin maar velen hebben een vaste planning en kunnen dus niet echt veel anders), en dus zijn wij de enigen die van de boot willen. Dat zijn duidelijk niet genoeg personen volgens hem, en dus beveelt hij de kapitein om koers te zetten richting Komodo. Een keuze hebben we niet, we kunnen moeilijk van de boot in het water springen. Van Rian, een Indonesiër die ook mee is op de toer, krijgen we een minuut later te horen dat hij blijkbaar zei tegen de kapitein dat hij ons mag afzetten op Komodo en we hopelijks opgegeten worden door een van de dragons. Sympathiek dus.

Meer dan een uur later komen we aan, tijd die we eingelijk niet hadden mogen verliezen. Maar soit, met een eerste snorkelpunt geraken we allemaal weer wat beter gezind. Het is geen spektakel, maar de visjes fladderen wel vorlijk rond ons heen, het ideale begin van de dag dus. En dan op naar Manta Point, iets waar we ons al serieus op verheugen en een van de redenen waarom we naar Komodo wilden komen. Op Nusa Penida zijn we er niet in geslaagd ze te spotten, maar hopend op een beter resultaat springen we vol hoop het water in. Een eerste 10 minuten is er niets te zien dan de bodem, waar zelfs geen visjes zwemmen, tot we plots 2 grote Mantas spotten in de verte. Rustig flapperend met hun gigantische vinnen zwemmen ze tegen de stroming in om plankton uit het water te filteren. Wanneer wij aankomen beginnen ze cirkels te draaien en kunnen we ze dus rustig van boven blijven bewonderen, wat ons al een enorm blij gevoel maakt. Het is ongeveer 10 meter diep, maar dan nog zien ze er gigantisch uit. Dichter komen is moeilijk, want 10 meter is te diep voor onze snorkelkunsten, maar zelfs zo is het al een fenomeen om te aanschouwen. Na hier een 5-tal minuten van te kunnen genieten lijken ze te vertrekken, want ondertussen is er 20 man komen rondhangen aan het oppervlak, en willen ze waarschijnlijk liever de rust opzoeken. Terwijl we wat verder rondkijken passeert er plots een hele trein Mantas, wel 8 na elkaar op sneltempo. Ze zwemmen zo snel dat het bijna onmogelijk is om ze te volgen, maar wat een overweldigend gevoel is me dit. Ze passeren op een paar meter onder ons, wat blijkbaar een paringsritueel moet voorstellen. De voorste is een vrouwtje, en de achtervolgers zijn mannetjes. Degene die haar het langst kan volgen krijgt de eer.

En alsof dat nog niet genoeg geweest zou zijn zien we in de verte een waar fenomeen, een hele meute Mantas heeft zich verzameld en ze lijken wel te dansen met elkaar. Het is een lastige zwempartij, maar eens dichtergekomen is het pas mogelijk om het in z’n volle glorie te zien. De Manta’s zijn cirkels aan het draaien, salto’s aan het doen en lijken zich totaal niet te storen aan onze aanwezigheid. In die mate zelfs dat ze op een halve meter komen zwemmen en Nick zelfs z’n benen moet intrekken of ze hadden er los tegen gezwommen. Het prachtigste natuurfenomeen ooit, in geen woorden te omschrijven. In die mate zelfs dat wanneer de hele danspartij voorbij is en we terugkeren naar de boot, Nick zijn hele masker zich heeft gevuld met bloed. Door het enthousiasme en het contentement is zijn neus gaan bloeden, wat een nogal luguber zicht geeft. Van opwinding gesproken.

Iedereen was overweldigd, want dit had niemand verwacht. De boottocht naar Taka Makassar, onze volgende locatie, verloopt dan ook in sneltempo terwijl iedereen nog vollen bak nageniet van het natuurspektakel dat we net hebben mogen aanschouwen. Eens aangekomen worden we ontvangen door een parelwitte zandbank in het midden van de open zee. Een halve maanvorm die enkel met laag water echt zichtbaar is, prachtig om te zien. Na de avonturen van de drone op Nusa Penida is dit nog een plekje dat de moeite kan zijn om het te proberen, vanop de boot laten we hem vol stress op. De batterijen zouden in orde moeten zijn, maar je weet maar nooit. Om een of andere reden zit de controller te tuten als geen ander, maar de foto’s lukken verder zonder problemen. Gelukkig maar, geen verdrinkscenarios deze keer.

En dan is het eindelijk zover, op naar Komodo Island. Het eiland waar de befaamde Komodo Dragons zich verschuilen en we ze in levende lijve gaan kunnen zien. De boottocht ernaartoe verloopt echter traag, en tegen dat we aankomen is het 17u. We zitten rond de evenaar, dus de dagen verlopen hier zowat altijd 6 tot 6, dus zonsopgang om 6u ‘s morgens en zonsondergang om 6u ‘s avonds. Tegen dat we allemaal aan land zijn en de wandeling kan beginnen is het 17u20, en hebben we dus maar net genoeg tijd om de korte wandeling te maken terwijl we toch de volle pot betalen. Of meer zelfs, onze geliefde bootman Putu rekent ons 350k aan terwijl we achteraf (na de tour) te weten komen dat het eigenlijk maar 135k had mogen zijn. Zo gaat geld verdienen inderdaad gemakkelijk. Veel zit er echter niet meer op dan gewoon de wandeling af te werken, we zijn hier nu toch.

Een korte wandeling van zowat 25 minuten later hebben we 4 Dragons gezien, 2 ervan leken nogal verlamd naast een artificiële waterput te liggen en de andere 2 naast het terras van het café. Foto’s trekken op een meter van deze gigantische beesten was geen enkel probleem, wat ons doet vermoeden dat hier meer afspeelt dan al het diervriendelijke gedoe laat uitschijnen. De natuurlijke aard van een beest van meer dan 3 meter lang met klauwen, tanden en dodelijk gif in het speeksel is niet om andere dieren op een meter dicht te laten komen zonder ook maar een vin te verroeren. Dit voelt niet goed, en daar is iedereen het mee akkoord. Misschien is het geen slecht idee dat ze het park willen sluiten voor een jaar, dan krijgen deze beesten misschien weer de kans om zich op een natuurlijke wijze te ontwikkelen.

Net voor zonsondergang kruipen we allemaal weer de boot op, en varen we richting Padar, het eiland van waarop we morgenochtend de zonsopgang kunnen aanschouwen. Weer geen zonsondergang spot dus zoals beloofd. Het wordt snel donker en dat merken we duidelijk aan de sfeer op de boot. De crewleden krijgen heel wat stress om de boot veilig te navigeren in deze nogal gevaarlijke wateren. Het ligt vol rotsblokken en verlichting is er niet op de boot. Het enige waarmee ze het water kunnen verlichten is een zaklamp die zijn beste tijd al heeft gehad. Niemand ziet iets, en de kapitein moet zelf naar de punt van de boot kruipen om iemand anders instructies te geven om de rotsen te vermijden. Het is zo erg dat een van de crew aan Naoufall (een mede reiziger) komt vragen of hij even Google Maps kan open zetten zodat ze een idee kunnen krijgen waar we ongeveer zitten. Als dat geen vertrouwen wekt. Putu begint dan nog op een of andere wijze de ’emergency state’ te verkondigen over iets wat lijkt op een radio. Wanneer we een smalle vaargeul invaren en vragen waarom we niet rond het eiland varen, antwoord hij met ‘if we go round we will sink for sure!’. M.a.w. als we rondvaren zijn we gedoemd te zinken, via deze geul hebben we nog een kans. Plezant. Niemand die hier plezier in heeft, behalve Putu zelf dan, die lijkt het plezant te vinden.

Tegen ieders verbazing komen we uiteindelijk toch nog veilig aan op onze bestemming, de baai van Padar. Iedereen heeft er zowat genoeg van vandaag, en de enige manier om onze stress te verdrijven is een spelletje ‘mens erger je niet’. Stress verdrijven is dus misschien veel gezegd, laat het ons dus maar gewoon vervangen noemen. Ergeren zit er zeker tussen, maar het is vooral plezant. Een leuke avond, en los van deze laatste tocht van Komodo naar hier heeft iedereen een pracht van een dag gehad. De Mantas blijven nog lang een gespreksonderwerp, en meer dan terecht.

Na een rustig nachtje slapen is het eindelijk zover, de wekker staat om 5u en iedereen is klaar voor het beklimmen van Padar Island. Er is geen water meer te vinden op de boot, dus de beklimming zal met een droge mond moeten gebeuren. Tegen 5u30 staan we op de kust te wachten tot iedereen toegekomen is met het kleine bootje, en dan kunnen we onze weg naar de top starten. Een trap waar geen einde aan lijkt te komen, en volledig buiten adem komen we aan op de top. En wat een view, aan de ene kant een prachtig eiland dat nog moet ontwaken, en aan de andere kant een zonsopgang boven de zee. Verschillende boten lijken dichterbij te komen, maar het zicht rijkt zo ver dat ze super traag lijken te gaan. We genieten er in alle rust van, geen enkele toerist lijkt zo ver te komen als wij. Het eiland komt langzaam maar zeker in het zonlicht te liggen, een pracht die we vastleggen in een groepsfoto waar we nog lang van gaan kunnen nagenieten.

Tegen 7u30 staat iedereen weer beneden op het strand, want dat is de tijd waarop het loket opent en je ingang moet betalen, wat wij dus niet hebben moeten doen. Putu is dan toch voor iets goed. Eens aangekomen op de boot staat het ontbijt al klaar, een stuk uitgebreider en gezelliger dan de vorige keer. Getoast brood en eitjes, lekker! Ook het water is aangevuld, de kapitein is blijkbaar op andere boten rond gaan vragen of hij niet een beetje kon overkopen. Hoe lief is dat, maar enorm zielig dat hij dit probleem zo moet oplossen. Om de dag verder te zetten varen we naar een snorkelpunt voor schildpadden. Het lijkt nogal in the middle of nowhere, maar misschien is dat waar de schildpadden graag op hun gemak zitten. We worden op een eiland gedropt en krijgen de instructie van tegen de stroming in de snorkelen, want die durft hier nogal sterk te zijn. Tot onze grote verbazing is ‘nogal sterk’ een complete onderschatting. De stroming is zodanig sterk dat we bijna onmogelijk terug naar het strand geraken en het kleine bootje beslist ons op te pikken na een half uur dobberen. Omdat we zo snel afdrijven lijkt het ons het verstandigst om iedereen in een keer mee te pakken, maar dat kan het bootje duidelijk niet aan. Wanneer de laatste twee proberen in te stappen loopt de boot vol met water, geen optie dus. De enige manier lijkt te zijn dat er zich twee langs de kant van de boot hangen terwijl we rustig terug varen. Niet plezant, maar Florent en Yves offeren zich op. Met een duikbril op en een arm over de rand van de boot varen we traagjes terug, tegen de stroming in. Het duurt een hele poos, terwijl Naoufall continu water uit de boot moet scheppen met een emmertje. Echt veilig voelt dit niet aan, maar het is in ieder geval een uniek avontuur. We geraken uiteindelijk dicht genoeg bij de boot om Yves af te zetten, maar de stroming is ontzettend sterk. Zwemmen is onmogelijk en dus moet hij zich langs de rand van de grote boot vooruit trekken en dan de ladder op proberen te geraken. Een hels karwei, maar gelukkig slaagt hij er zonder kleerscheuren in. Daarna kunnen wij ook allemaal aan boord, niemand is verdronken en iedereen is weer veilig, voor zover deze grote boot veilig te noemen is natuurlijk.

Een laatste stop voor de zonsondergang vandaag is een dorp waar de tijd is blijven stilstaan. Straatjes die ons doen terugdenken aan fishing island in Cambodja, ontzettend vriendelijke mensen en kindjes die ons overal achtervolgen. Overal zeggen ze vriendelijk goeiendag of zwaaien ze van een kilometer ver. Ze leren Ann-Sofie zelfs een paar woordjes Bahasa, de Nationale taal van Indonesië. Tijdens het rondslenteren ontdekken we zelfs een aapje dat vastgeketend hangt als huisdier, en tot overmaat van ramp draagt het een pamper, hoe zielig. Er zijn eigenlijk maar twee straten, en wanneer we het tweede straatje bijna op z’n eind lopen, komen we uit op een voetbalveld. En wat anders kan er dan gebeuren dan een heuse voetbalmatch tussen wij (de toeristen) en de ontelbare kindjes. En ze kunnen er wat van, ze voetballen alsof hun leven ervan afhangt, waarbij ze zelfs mekaar soms per ongeluk omver lopen omdat ze zo gefocust zijn op de bal die ze van ons willen afpakken. Met de nodige penalties en pijnlijke momenten (op blote voeten voetballen heeft hen duidelijk harder gemaakt dan ons) verliezen we liters vocht, wat na een half uur rondhossen voor uitdrogingsverschijnselen begint te zorgen. Ann-Sofie is ondertussen het schooltje gaan verkennen, waar ze samen met Brian (de trainee) les kan geven aan een hoop enthousiaste kindjes. Ze zijn zo flink als ‘t maar kan, en zetten zelfs de schoolbanken op orde zodat ze braaf de les van juf Ann-Sofie kunnen volgen. Wat een discipline!

Met een laatste groepsfoto zit ons bezoek erop, we nemen afscheid van alle kindjes en wachten geduldig tot het kleine bootje ons komt oppikken. In een handgemaakte houten boot die langs de kant staat worden we vergezeld door alle mogelijke leeftijden, die niets liever doen dan rond ons heen te hangen. Hier komen duidelijk nooit toeristen, hoe zalig! Wanneer we uiteindelijk opgehaald worden blijven ze ons nazwaaien tot we ze niet meer kunnen zien, de honderden bye-bye’s en dada’s worden gesust door de klotsende golven, maar ze blijven zwaaien tot we uit het zicht verdwenen zijn. We hebben hen ongetwijfeld een onvergetelijke dag bezorgd, als dat niet leuk is om mee af te sluiten.

De beloofde zonsondergang komt er vandaag wel, onderweg naar de haven van LB. We stoppen er aan de Konglor Cave, waar iets na zonsondergang duizenden flying foxes de grotten verlaten. Flying Foxes zijn vleermuizen, maar dan een enorme slag groter, met een spanwijdte van zo’n anderhalve meter. Ze vliegen rond en over onze boot heen, terwijl de zon in een prachtig kleurenspel achter de horizon verdwijnt. Het zijn er echt ontelbaar veel, het fenomeen lijkt op de bat cave in Hpa-An (Myanmar) of Battambang (Cambodja), maar de grotere omvang van deze beesten doet ons echt versteld staan. Met een laatste spel Mens erger je niet keren we uiteindelijk terug naar de haven van LB. De trip zit erop, en iedereen maakt zich klaar om van boord te gaan. Het spel geraakt niet af, maar we spreken af van het op een later moment nog af te spelen, we zien elkaar sowieso nog terug. De zalige bende heeft ons al de miserie voor een groot deel laten vergeten. Tot we in de haven aankomen en we vragen hoe het nu eigenlijk zit met die refund die hij beloofd had. Met het antwoord ‘jullie gaan nu van de boot en binnen 2 uur spreken we af aan mijn office voor de refund’ is Nick niet tevreden, waarop hij antwoordt dat we nu allemaal samen naar zijn office gaan om die zooi te regelen. En op dit antwoord heeft Putu duidelijk gewacht, want meteen roept hij woedend uit dat enkel wij 2 geen refund krijgen. De andere 11 wel, maar wij niet. Omdat wij de ambetante geweest zijn, en wij op onze strepen hebben gestaan. Wij lieten ons inderdaad niet doen, en dus krijgen we geen refund. Plezant. Als een laatste streek besluit hij ons nog even schrik aan te jagen wanneer een vrachtschip dat gaat vertrekken z’n hoorn laat horen. Met de opmerking dat we allemaal NU van de boot moeten ‘or the big boat will crush us’ jaagt hij ons op wal en vertrekt hij, weg uit de haven. Zo snel hebben we nog nooit een boot weten losdokken. We nemen afscheid van elkaar, maar spreken binnen 2u af aan Putu’s office. Desnoods wachten we er een nacht, maar die refund krijgen we.

En zo geschiede, iedereen komt zoals afgesproken naar het Putu’s office. Een office dat na korte tijd helemaal niet van Putu blijkt te zijn, net als de boot. Er zit een lokale dame die ook wacht op geld van hem, en bij nog 3 andere kerels heeft hij ook een schuld te vereffenen. We zijn duidelijk niet de enige die hem niet leuk vinden. De boot blijkt van de vrouw te zijn, en ze wacht nog op 3 miljoen Rp, en wij samen op 12x500k, 6 miljoen dus. De 3 kerels hebben samen ook nog een 500k nodig ongeveer, dus twijfelen we even of we wel nog ons geld gaan zien. Uren zitten we er te wachten, waarbij we allerlei verhalen uitwisselen met de vrouw (de eigenares van de sjieke boot die ons voor vertrek beloofd was), en de echte baas van het kantoor. Putu blijkt iedereen verhaaltjes te vertellen en dingen wijs te maken, en niemand die hem nog vertrouwt. Geen idee hoe hij hier nog business kan doen, maar lang zal dit liedje niet meer duren. Niemand vind hem nog leuk, en iedereen wil van hem af, zelfs de baas van het kantoor waarvoor hij werkt. Er worden mensen opgetrommeld die macht zouden hebben, er wordt gedreigd met de politie en iedereen komt op straat om ons te steunen. Behalve Putu, die blijft wijselijk op z’n bootje zitten, het is ondertussen trouwens al 24u, 2 uur later dan dat hij beloofd had te komen. In tussentijd doen Yves en Rafi een geniale ontdekking. Putu is naar het schijnt zanger bij een rockband, en in één van de videoclips is hij te zien op de plaats waar hij thuishoort: de gevangenis. Deze beelden geven toch al een beetje gemoedsrust, laat ons hopen dat het ooit ook echt zover komt!

Pas wanneer er via de telefoon gedreigd wordt om de politie naar z’n boot te sturen, lijkt hij te plooien, en 20 minuten later is het eindelijk zover en komt hij aangereden achterop een brommer. Hij betaalt de eigenares van de boot via overschrijving, en begint meteen aan iedereen z’n refund uit te betalen, behalve aan ons. Een discussie volgt, waar wij ons wijselijk buiten houden om hem niet meer op te jagen, zijn lontje is nogal kort. Yves (ook een medereiziger) komt uiteindelijk tussenbeide, en met de hulp van een Nederlander die al lange tijd op Indonesië woont komen we tot een akkoord. We krijgen eerst 900k terugbetaald, in plaats van 1000k. Sneaky, maar dat merken we natuurlijk meteen op. Hij betaald met tegenzin de laatste 100k en verdwijnt als een dief in de nacht. Dit avontuur is afgesloten, we hebben één vijand gemaakt, maar vooral veel vrienden. Als je ervaringen als dit deelt bouw je al snel een band op. Yves en Rafael gaan we ooit eens bezoeken in Zwitserland en Patrick, Sina en Naoufall in Duitsland. Deze driedaagse gaan we niet snel vergeten.

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Twitter picture

You are commenting using your Twitter account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s