Na 3 weken Maleisië zetten we onze reis verder in de Filippijnen. Onze trip door de Filippijnen start op Cebu, een van de vele eilanden die het land telt. Cebu is vooral gekend om z’n watervallen en ideale duikspots, iets waar we met plezier gebruik van gaan maken! Eens geland om 5u ‘s morgens is het maar 2u wachten tot de eerste bussen naar Cebu City beginnen te rijden vanop de luchthaven, tijd waarin we even bijslapen langs de kant van de weg. Ondertussen maken we kennis met een vrouw die richting Malapascua gaat om te gaan duiken met Tresher Sharks, iets waarvoor wij helaas nog niet genoeg ervaring hebben. De busrit gaat vlotjes, en al snel komen we aan op de terminal waar we van bus moeten veranderen. Beide busterminals zijn een stukje verwijderd van elkaar, en we besluiten het te voet te doen om onderweg geld af te halen en iets te eten. Na heel wat zoeken vinden we de goeie ATM, kunnen we de grote briefjes die we ontvangen wisselen in het bankkantoor zelf, en vinden we een restaurantje. Meteen wordt het al duidelijk waarom Filippijns eten geen denderende bedoening zal zijn. Alles is doordrenkt in het vet en suiker en groenten zijn nergens te bespeuren. Een ontbijt van een ei, rijst, en kip die al lang in het vet verdronken zou zijn moest ze nog niet dood geweest zijn. Echt lekker is anders, maar soit, eten is eten. We vervolgen onze trip richting de andere terminal en passeren langs de 7-eleven voor water en een SIM kaart, waarbij Ann-Sofie tot de dramatische vaststelling komt dat ze geen bruiswater verkopen. Dat wordt 1 maand afzien.
Het tweede deel is echter een stuk verder dan verwacht, dus bestellen we ons een Grab en profiteren we even van het comfortabele transport vooraleer 5u op de bus weg te kwijnen. In de terminal moeten we op zoek naar een gele bus naar het schijnt, en eens daar lijkt het er vol van te staan. Van de 20 bussen zijn er zowat 4 niet geel, handig! Gelukkig spreken de locals hier ontzettend goed Engels, wat bovendien hier de tweede landstaal is, en vinden we al snel de gate waarvan onze bus zal vertrekken. Een ticket kunnen we pas op de bus zelf kopen, dus wachten we geduldig tot het onze beurt is. Eens de bus begint het ”Azië-gevoel”, dat we in Maleisië wat gemist hebben weer op te spelen, verkopers komen de bus op om ons banana chips of zelfs pizza te verkopen, maar geen van hen slaagt in zijn opzet, het vet van deze ochtend heeft ons nogal verzadigd.
Op de bus krijgen we te horen hoe deze nacht brand ontstaan is in de Notre Dame van Parijs, en alsof de Filippijnen dit nog een stapje verder willen drijven spelen ze ‘G.I. Joe: The Rise of Cobra’, waarin de Eiffel toren vernietigd wordt door metaaletende nanorobots, van medeleven gesproken.
We krijgen ook meteen een eerste indruk van de busticketjes hier, de conducteur heeft een boekje met een honderdtal ticketjes, en knipt in sneltempo gaatjes naargelang de afstand en de kost van de rit. Een dubbeltje houdt hij zelf bij, voor het geval een controleur opstapt en iedereen checkt op zwartrijden. Aangekomen in Moalboal staat er ons nog een korte rit per tricycle te wachten, een soort zelf gebricoleerde sidecar aan een brommer gemonteerd, en natuurlijk weer uitbundig gedecoreerd. Prachtig!
De hostel zelf is ook fantastisch, er is een aglemene ruimte vooraan die gezellig is ingericht met tafeltjes en hangmatten, de ideale plek om te relaxen dus. Na het droppen van onze bagage gaan we even op verkenning in Moalboal zelf, waar we al meteen een goed restaurantje spotten om de zonsondergang te bekijken. Het belooft weer een mooi kleurenspel te worden. Om de dag af te sluiten als rijke stinkerds sorteren we nog even ons geld. Aangezien we alle grote briefjes van de automaat gewisseld hebben in kleinere (om het eenvoudiger te houden in de kleine dorpjes), moet dat wat op orde gesteld worden; overal een beetje steken zodat we nooit alles in 1 keer kunnen kwijtspelen dus!