Een mengelmoes van culturen – Myanmar

De volgende ochtend starten we met een wandeling door China Town en Little India, twee regio‘s binnen het centrum van Yangon. Vooral het Indisch gedeelte draagt echt overduidelijk de stempel van z’n origine. Mensen kauwen opnieuw Betelnut, hebben kleine winkeltjes die slechts één iets verkopen (yes, de wieltjes- en klinkenwinkels zijn terug!) en op de markt worden we overstelpt door aanbiedingen. De mannen dragen ook weer Sarongs, een doek dat rond het middel gebonden wordt, en ter vervanging van of los over een broek wordt gedragen. Heerlijk om deze sfeer nog eens op te snuiven – los van de betelnut geur dan, die dringt je neus binnen en je geraakt er een week lang niet meer van verlost. De mensen zijn wel een stuk gemoedelijker, en de drukte is verre van die van Noord-India, wat het allemaal een stuk aangenamer maakt, en we rustig kunnen genieten van dit stukje nostalgie.

En toch zijn er weer een aantal zaken uniek, Myanmar is hoofdzakelijk een Buddhistische gemeenschap, en dus zijn er monikken die op aalmoezenronde komen. De aalmoezenrondes gebeuren hier bijna onopgemerkt, waarbij monikken, in groep of individueel, langs kleine winkels, eetkraampjes en zelfs restaurants passeren voor aalmoezen. Aangezien de monikken hier niet op een vast tijdstip passeren, zijn de locals, die vaak zelf druk in de weer zijn, niet altijd thuis om zelf de aalmoezen te overhandigen. Vandaar dat je overal op straat, aan de voordeur zakjes met eten of een andere aalmoes kan zien hangen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Laos is er hier in Yangon heel wat hoogbouw, en daar hebben de locals die niet op het gelijkvloers wonen iets snuggers op gevonden. Van bovenaan hun balkon of venster laten ze via een katrol systeem een lange koord met een klem naar beneden zakken, met daaraan hun aalmoezen voor de monikken. Die kunnen de aalmoes dan van de klem afhalen, en zo hoeft de bewoner niet naar beneden te komen of zelfs thuis te zijn. Een mooie oplossing voor de mensen die minder te been zijn, of voor de luierikken onder ons natuurlijk. Aalmoezen kunnen vanalles zijn, van een zakje rijst tot, een simkaart voor de gsm of zelfs een krant. De monikken komen hier dus niets tekort.

Wanneer we verder wandelen valt ons ook weer op hoe hier geen enkele brommer lijkt rond te rijden, en dat heeft ook een goeie reden. Blijkbaar heeft de overheid van Yangon dit een paar jaar geleden plotseling verboden, maar enkel binnen het oude centrum. Eens erbuiten zie je ze dus terug, maar binnen het centrum zijn we gevrijwaard van voorbijsjezende brommers. Het nadeel is dan weer dat het vol staat van de geparkeerde auto’s en de mooie oude gevels hierachter verstopt zitten.

Van Little India gaan we over naar China Town, waar de ochtendmarkt op volle toeren draait. Vis, fruit, groenten… alles is er te vinden, en alles wordt vers voor je geslacht als je dat wil. De markt op zich is een waar doolhof, enige vorm van orde of organisatie is ver zoek. Langs beide kanten van de weg zitten verkopers op een geïmproviseerde rij, in het midden daartussen hebben er een paar zich random neergeplant, terwijl nog anderen al wandelend met koopwaarop hun hoofd business proberen te doen. Karren met koopwaar worden aan en afgeduwd, terwijl de inkomsten en uitgaven nauwkeurig worden genoteerd. Twee straten lang genieten we van de bedrijvigheid van de locals, de drukte en de gezelligheid die zo typisch is voor de Aziatische marktjes.

Op weg naar een eettent passeren we een pagoda, maar onze zin hierin is onder nul, dus laten we die mooi links liggen. De pagoda’s zijn best mooi, maar we zijn echt geen cultuurmensen, zelfs niet in Myanmar. Het valt op hoe vele pagodas en tempels onder constructie zijn, waaronder ook de Schwedagon Pagoda, de grootste en meest bekende pagoda van Myanmar. Iedere 4 jaar wordt het goudlaagje op de buitenkant blijkbaar gerenoveerd, en jep, toevallig net wanneer wij er zijn natuurlijk. Een bezoekje aan deze parel in volle glorie zal dus voor een volgende keer zijn.

We schuiven aan bij een typisch Birmees lunchbuffet, en vragen wat de prijs is, de verkoopster zegt 2000 per persoon – of zo interpreteren wij dat toch -, en dat we van alles mogen nemen. We vliegen erin en proeven van alles iets, om na het eten een rekening van jewelste voorgeschoteld te krijgen, omdat het blijkbaar 2000 is per portie van iets. Een portie groentjes is 2000, een portie vlees zelfs 4000. En zo komen we aan een heel wat langere rekening dan we gedacht hadden, na dit uit te klaren weten we dat dan ook weer voor de volgende keer, ze hebben alvast goed verdiend aan ons.

Langs een paar prachtige historische gebouwen waarvan we de naam vergeten zijn vervolgen we onze weg, we passeren bovendien ook een paar leegstaande panden die uitermate geschikt zouden zijn voor een urbex-uitstapje, maar helaas, we slagen er niet in ook maar 1 ingang te vinden. We proberen het nog even bij een paar locals die in de buurt staan, maar ook zij bevestigen dat er geen ingang meer is, alles is vakkundig toegewerkt. Jammer. De cremerie die we passeren is in staat onze beteuterde gezichtjes weer op te vrolijken. De enorme keuze aan ijs overtreft zelfs het aanbod aan de Belgische kust. Qua smaak is er echter nog veel werk aan de winkel, maar we kunnen niet klagen!

Na onze gemiste Urbex kans in de verlaten gebouwen kunnen we een verlaten pretpark in het centrum van de stad niet skippen, en dus bestellen we een Grab die ons zo goed als aan de ingang dropt zonder vragen te stellen. Onze chauffeur weet waarschijnlijk maar al te goed wat we van plan zijn, maar hij zwijgt wijselijk, waarvoor dank meneer. We vinden de oude ingang niet meteen, maar na wat zoeken blijkt hij verstopt te zitten achter een gebouw, en is het zelfs een poortje dat half open staat. Geen achtervolging door blaffende honden en geen klauterwerk nodig dus, hoewel internet het tegenovergestelde beweerde.

Eenmaal binnen worden we meteen ontvangen door een rollercoaster, die over het wandelpad – of toch iets wat erop lijkt – heen loopt. Terwijl we verder het park in lopen geven we onze ogen de kost. Het is best een groot park, en waarom het leeg staat is ons een raadsel, maar het is zowel spijtig als prachtig om te zien. Er zijn heel wat attracties te vinden, allemaal verroest of versleten, maar in ieder geval buiten gebruik. De boksautootjes staan er verlaten bij en de draaimolen heeft ook al betere tijden gekend, maar sommige attracties zijn nog best in orde. We lopen even de rollercoaster naar boven om een uitzicht te krijgen over de omgeving, maar door de sterke begroeiing is er niet veel te zien. Een voor een lopen we de attracties af, gefascineerd door hun prachtige ijzeren constructies. Sommigen krijgen we ook weer met wat verbeelding aan de praat, terwijl Ann-Sofie zich in de boot van Piet Piraat neerzet, duwt Nick het hele gevaarte lichtjes in gang. Pret verzekerd. Gedurende 3u lopen we rond in een urbexparadijs, achtergelaten alsof iedereen gevlucht is, alsof de attracties plotseling zijn stilgelegd en iedereen is geëvacueerd. Hier is de tijd pas echt stil blijven staan.

Zoals gewoonlijk hebben we een sunset spot uitgekozen, en ditmaal is de Botanic Garden aan de beurt. Na het bestellen van een grab worden we aan de ingang gedropt, en na wat rondwandelen komen we tot het besef dat er buiten de Royal Boat niet veel te zien valt. De mooie wandelpaden van het park zijn – voor de verandering – ook weer onder constructie waardoor we niet tot aan het sunset punt geraken en dus besluiten we maar gewoon terug te keren en ons ergens neer te ploffen om rustig iets te eten en er een gezellige avond van te maken. Er is zelfs Thaise Milk Tea (iets dat we in Thailand eigenlijk nergens gezien hebben), die enorm in de smaak valt! Airco, lekker eten en heerlijke thee, meer heeft een mens niet nodig om gelukkig te zijn!

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s