Tegen 20u worden we opgehaald aan het hotel en met een tuk tuk naar de bushalte gebracht. We zijn met een stuk of 20, allemaal backpackers met dezelfde bestemming: Luang Prabang, een stadje in het noorden van Laos dat gekend staat om z’n relaxte sfeer. De bus zou er om 21u moeten zijn, maar dat is natuurlijk niet het geval. Eén van onze medereizigers is een Koreaantje, dat duidelijk nog niet gewend is aan dit typisch voorbeeld van Laotiaans tijdsbesef. Hij doet naar iedereen teken dat de bus te laat is, waarop iedereen bevestigend knikt en eens lacht, duidelijk niet onder de indruk. Het is wel best bewonderenswaardig hoe hij alleen is, en niet in een groep van 40. De eerste keer alleen op pad waarschijnlijk, hoe schattig.
Tegen 23u is het dan wel zover, en komt er een slaapbus aangereden. Iedereen haast zich naar de overkant waar we mogen instappen, en de rugzakken worden op een hoop gesmeten, om daarna ingeladen te worden. En dan komt de verrassing van de dag, de bus lijkt al vol te zitten – te liggen eigenlijk, het is namelijk een slaapbus – zonder plaats voor de 20 man die er nog bij moet. Er moet heel wat geschoven en geduwd worden, maar iedereen vindt uiteindelijk een plek(je). Wij liggen helemaal achteraan, waar je normaal gezien met 4 redelijk comfortabel kunt liggen. Ditmaal zijn we echter met 6, en kan iedereen net op z’n rug naast elkaar liggen. Onze armen kunnen er dan wel niet meer bij, dus is het vast en zeker gezellig te noemen. De 8u richting Luang Prabang zijn vermoedelijk de langste ooit, in de meest abominabele, erbarmelijke en schrijnende bus die we in heel Azië al hebben gezien. Met veel te veel volk dan nog, wat de totale teller van toepasselijke negatieve bijvoegelijke naamwoorden op 200 brengt, zowat evenveel als de kilometers die wij hebben afgelegd in deze meest recente eeuwigheid. Bochten en putten, stijgen en dalen, en vering die de technische controle in België 30 jaar geleden waarschijnlijk al niet doorstaan zou hebben. Al bij al geen prettige rit dus. Ondanks dat een ongeluk op de duur onafwendbaar begon te lijken, komen we tegen alle verwachtingen veilig aan.
We regelen een tuk tuk met twee Nederlandse meisjes en het Koreaantje, en rijden samen richting het centrum van Luang Prabang. Wij laten ons ergens droppen, terwijl de andere 3 al perfect weten waar naartoe. We zoeken even naar een geschikte slaapplek, en vinden die in een leuk afgelegen straatje. Een kamer die volgens de gérante ‘goedkoop’ is en ‘echt niets voorstelt’, lijkt ons ideaal. Onze eisen zijn niet meer wat ze geweest zijn, en we zijn blij met deze mogelijkheid. Eerst halen we onze slaap even in, en daarna bekijken we hoe we de volgende dagen gaan aanpakken. We lopen even rond in de omgeving, en het lijkt er enorm tof uit te zien. We hebben de indruk dat we hier weer langer gaan willen blijven dan mogelijk. Ann-Sofie is ook al meteen fan van de sletsen die we bij de kamer krijgen!