Een vrij slapeloze en woelige nacht later zijn we uiteindelijk levend in Vientiane geraakt. Het is een slaapbus waarbij de bedden ook effectief volledig plat liggen, maar er eigenlijk best weinig plaats is en dus omdraaien telkens een heel karwei is. We worden afgezet op 9km van het centrum, en moeten dan ook een taxi zien te regelen. Onze onderhandelskills zijn we nog niet verleerd, en dus kunnen we tuk tuk fixen die ons goedkoper mee neemt dan alle anderen aan boord. Het is meteen duidelijk dat dit weer een hoofdstad is, het is een stuk drukker, met zelfs files tot gevolg, iets wat van India geleden is. We passeren onderweg de Arc de Triomphe van Vientiane, waar we zeker en vast nog naar terugkeren!
Eens aangekomen in het centrum worden we gedropt in de buurt van heel wat hotels, een ideale omgeving om op zoek te gaan dus. Al snel blijkt dat alle hotels direct in de buurt volzet zijn, en een stuk boven ons budget liggen, dus beslissen we de taken op te verdelen. Nick bewaakt de rugzakken terwijl Ann-Sofie op zoek gaat naar een hotel. Een half uurtje later komt ze lopend aan, met de mededeling eentje gevonden te hebben. Het is een 400m wandelen, wat best wel een inspanning vraagt na een busrit zoals deze. De uitbaatster is heel behulpzaam en vriendelijk, en we mogen zelfs meteen in de kamer, ook al is het nog maar 9u ‘s morgens. Gelukkig maar, we zijn beide stikkapot, en dus kunnen we een klein dutje wel gebruiken.
Een half uur later kunnen we er al weer heel wat beter tegen, en besluiten een wandelroute te volgen die aangeschreven staat bij Lonely Planet, en zowat alle highlights van de stad aandoet. Vooraleer we deze inspaning verrichten gaan we eerst nog wat energie opdoen in de Suzette, een restaurant waar we genieten van een heerlijke pumpkin soup. We beginnen de wandeling langs de Royal Palace en de Ambassade van Brunei, waarna we Talat Khua Din (de food market) passeren en verdergaan via het National Museum (dat er nu helaas niet meer is) en afsluiten via een paar tempels, waarvan een paar in Thaise stijl, een ideaal voorsmaakje voor binnenkort dus! We besluiten de Arc de Triomphe en de Gouden Stupa die in de wandeling staan te skippen, die doen we morgen wel.
Het begint ondertussen stilaan avond te worden, en we hebben het gevoel dat we wel nog wat energie over hebben, en na een korte zoektocht blijkt er een zwembad te zijn, niet ver uit de buurt. We beleven de zonsonderdang dus eens op een compleet andere manier, in een openlucht zwembad zonder verlichting. Na heel wat baantjes te trekken (elk zowat 1km, méér dan voldoende voor onze huidige conditionele toestand) begint het stilaan echt wel donker te worden, en is het welletjes geweest. Genoeg bewogen voor vandaag. Als laatste inspanning van de dag boeken we nog de bus richting Vang Vieng voor morgen, die in de late middag vertrekt, en dan is het bedtijd.
De volgende ochtend staat er maar één iets op de planning, de Arc de Triomphe. Maar aangezien het zwemmen gisteren zo zalig veel deugd deed, doen we het gewoon opnieuw! Tegen 7u30 staan we aan de ingang van het zwembad en plonsen we het water in om de eerste caloriën van de dag al grondig te verbranden. We proberen die dan weer wat aan te vullen met een ontbijtje, maar in Laos is het streetfood niet fenomenaal, dus blijft het bij een simpel noedelsoepje. En dan op naar de Arc de Triomphe, een heel stuk wandelen, maar een stukje fruit onderweg zorgt voor wat meer energie. We klimmen tot helemaal boven en zien een mooi zicht over de stad, dat een sterke gelijkaardigheid met Parijs doet oproepen. De Arc de Triomphe staat namelijk in het midden van een groot rond punt, waar de grootste straten van Vientiane op uitkomen.
Om Vientiane af te sluiten – van een blitzbezoek gesproken – gaan we nog even terug langs bij Suzette, waar een heerlijke pannenkoek met chocoladesaus en vanilleijs ons de nodige energie geeft voor de bus richting Vang Vieng. We worden opgepikt aan ons hotel en worden met een minibusje richting de echte bushalte gebracht, wat een luxe! Opmerkelijk trouwens hoe pickup altijd inbegrepen zit, maar de dropoff gebeurt altijd op minstens 5km van het centrum. De bus naar Vang Vieng is een zitbus, en dus zal er voor Ann-Sofie niet veel geslapen worden. De weg naar Vang Vieng is best lang, maar heel wat rijstvelden onderweg maken het toch wat aangenamer. Een lange videocall met Pieter en Marijke (de Noord-Vietnam bezoekers) verzacht de pijn ook al wat. Na een helse rit van opnieuw 8u komen we aan in Vang Vieng, in de pikkedonker maar gelukkig maar 500m van het centrum verwijderd, de wonderen zijn de wereld nog niet uit! We zoeken snel een slaapplek op in het eerste straatje dat we tegenkomen, nemen een douche en gaan slapen. Het zijn dagen zoals deze die het reizen tot een soms lastige karwei maken, maar ons hoor je zeker niet klagen!

Smakelijk!