Tegen 7u staan we klaar in de lobby, de bus kan ons oppikken tussen 7u10 en 7u50, dus moeten we hier zeker staan. In dit scenario is het al telkens zo gelopen: wij staan klaar 10 minuten voor we opgepikt kunnen worden, wachten dan een uur, en worden uiteindelijk 5 minuten later opgepikt dan hun tijdsmarge beschrijft. We zijn er dus vrij van overtuigd dat het ditmaal opnieuw zo zal verlopen, en bestellen rustig nog een ontbijtje. Nog geen 5 minuten later gebeurt het ondenkbare, een chauffeur komt binnen en vraagt om 2 mensen die richting Laos willen, wij dus. Met een klein hartje vragen we aan de chauffeur of hij een minuut kan wachten en aan de receptioniste vragen we of ze het ontbijt kunnen inpakken. Beiden stemmen in, en het ontbijt zou binnen 5 minuten klaar moeten zijn.
5 minuten zijn vaak enorm kort, meestal vliegt die tijd voorbij. Als je hoopt op een zakje met ontbijt terwijl 4 man in de bus zit te wachten en je niets meer om handen hebt om de tijd te doden duren die 5 minuten een eeuwigheid. Gelukkig heeft onze tijd in Azië ons alvast één iets geleerd: geduld. En dan is het klaar, spek met eitjes, een ommelet en toast met boter, mooi ingepakt in een kartonnen doosje. Klaar om te vertrekken! We pikken onderweg nog een aantal mensen op en worden afgezet aan een loket van een travel agency, waar we moeten wachten op de echte bus. Tegen de tijd dat ons ontbijt op is staat de bus voor onze neus en kunnen we instappen. Er lijkt een kleine inschattingsfout te zijn gebeurd met de hoeveelheid bagage, en dus wordt iedereen lekker comfortabel een valies onder de voeten geduwd. Gelukkig is het maar voor een paar uur en geen hele dag. 10km voor de grensovergang met Laos moeten we overstappen in een ander busje dat ons naar de grens zelf zou brengen. En na een rit van een half uurtje krijgen we het blad voor de visa aanvraag in onze handen geduwd. De laatste 100 meter doen we te voet, terwijl er aan de overkant een busje ons zou staan opwachten om ons richting de 4000 islands te brengen, de eerste stop in Laos.
Om onze uit-stempel van Cambodja te krijgen moeten we nog extra betalen, $2 fee omdat we die anders niet zouden krijgen, en bij gevolg dus ook Laos niet in mogen. Van die $2 hadden we geen weet, en is dan ook pure corruptie. Maar ze hebben je paspoort in handen en zitten veilig achter een luikje verstopt, veel macht heb je dus niet. Iedereen betaalt flink de oplichters en samen wachten we aan de uitgang tot iedereen hetzelfde ondergaan heeft. Dan vraagt de begeleider van de bus onze paspoorten en $35, wat het correcte bedrag is voor een visa aanvraag voor Belgen. Voor ieder land verschilt de fee echter, en iedereen krijgt dus een ander bedrag te horen. Bij iedereen is het echter $5 meer dan de officiële fee aangeeft, vreemd. Zelfs een Zwitserse vrouw – die een gratis visum kan krijgen – probeert hij $35 armer te maken (die is gelukkig zo verstandig geweest van het hier zelf over te nemen). Er zijn er nog die zich vragen beginnen te stellen, en wanneer we hem om uitleg vragen begint hij openlijk toe te geven dat die $5 voor in zijn eigen zak zijn, en dat die $2 die we betaald hebben voor het krijgen van onze exit-stempel voor exact hetzelfde doel dient als deze extra $5, zakgeld. Terwijl hij schaamteloos zijn relaas doet, begint hij te beseffen dat hij een fout heeft gemaakt, hij heeft ons $35 aangerekend, en geen $40. Dus geen extra $5 om in z’n eigen zak te steken. Hij begint agressief te worden en na een heftige discussie vragen we onze paspoorten en $70 terug. Die zijn echter al richting de grens gebracht. Nu begint de stress serieus op te komen. Zonder paspoort in niemandsland, en in discussie met de enige man die je nog kan verder helpen (en bovendien zelf toegeeft dat hij corrupt is), niet echt een prettig gevoel.
We wandelen samen de meters richting de Laotiaanse kant van de grens af, maar dan gaat Ann-Sofie nog een stapje verder. Ze begint zich in het Nederlands op te winden tegen Nick en een Nederlands meisje dat mee de grens wil oversteken, en eindigt haar zin met “fucking Cambodjanen!”. Veel Nederlands is daar natuurlijk niet meer aan, en ons lief paspoorthulpje verstaat het maar al te goed. Dit geeft Nick genoeg reden om Ann-Sofie de mond te proberen te snoeren, want even lijkt het alsof hij ons compleet zal laten schieten. Hij stopt met wandelen en vraagt hoe wij ons zouden voelen als hij de Belgen zou beginnen uitkafferen. Onze reactie is echter vrij ludiek, aangezien hij dat van ons met alle plezier mag doen. Al bij al goed ontweken, ze heeft groot gelijk, maar dit is niet echt het ideale moment.
Wanneer we aan de andere kant van het niemandsland aankomen gaan we op zoek naar onze paspoorten. Die zijn gewoon samen met de anderen – die wel $5 extra betaalden – mee in de hoop beland om verwerkt te worden, geen zorgen dus. We vragen de officials hoeveel de fee is, en we krijgen te horen dat we ook hier een extra $2 moeten betalen. Opnieuw corruptie dus, maar op z’n minst geen $5 per paspoort. De man die ons begeleidde richting de grens begint in het Khmer te praten (eerder roepen te noemen) tegen de grenswachters, terwijl wij hem zo ver mogelijk van onze paspoorten vandaan proberen te houden zodat hij er niet kan mee gaan lopen, je weet maar nooit. Na het betalen van de $2 fee krijgen we ze netjes terug, wat ons een stuk geruster stelt. De stempel van Laos is binnen en we kunnen eindellijk verder reizen. We wachten nog even op het busje en vertrekken dan richting de ferry. Een busrit die best plezant wordt, door een ophaling van allerlei avonturen met corrupte Cambodjanen.
Eens aangekomen bij de ferry is ook dit niet echt wat ze ons verkocht hadden, of hoe wij het op z’n minst ingebeeld hadden. De ferry is een longboat waar je met 3 naast elkaar op kunt zitten om comfortabel te zijn, maar omdat er genoeg volk is maken ze er 4 per rij van, gezellig! Een boottochtje van 10 minuten later zijn we gearriveerd op Don Det, een eiland dat accomodatie aanbiedt en waar het meest te doen is van de 4000 islands. We zoeken een bungalow met zicht op de sunset en kunnen rustig iets zoeken om te eten. Onderweg komen we 2 Vlamingen tegen die hier een paar dagen geleden zijn toegekomen, en raken aan de praat. We gaan samen iets eten en drinken en sluiten zo een mooie eerste avond af met een gezellige babbel.