Als laatste dag in Phnom Penh willen we toch de essentiële culturele plekken aangedaan hebben. Cambodja heeft er namelijk een woelige geschiedenis opzitten door de Rode Khmer, een politieke groepering die de macht greep in 1975. Onder leiding van Pol Pot stierf een enorm groot deel van de lokale bevolking (naar schatting 2,2 miljoen van de 8 miljoen inwoners) door ondervoeding, ziektes en gruwelijke afslachting. Het is een van de enige gekende genocides waarbij inwoners van eenzelfde land z’n kennissen, buren en zelfs vrienden vermoorden zonder een echte achterliggende reden. Mensen werden om verscheidene oorzaken gezien als gevaarlijk, en van zodra dat gebeurde, hadden ze geen schijn van kans meer om te overleven.

Pol Pot
Pol Pot droomde van een collectieve agrarische staat onder een communistisch bewind, waarbij elke band met de buitenwereld – zijnde de kapitalisten – verbroken moest worden. De Khmer Rouge, zoals de partij heette, greep de macht in 1975 en voerde gedurende 4 lange jaren een doordreven ‘zuivering’ uit van het eigen volk. Kennis en banden met het buitenland waren volgens hen gevaarlijk, en dus werd iedereen met een potentiële link richting een van de gevangenissen gestuurd. “Het is beter een onschuldige te vermoorden, dan het regime van binnenuit te laten verbrokkelen” was Pol Pot’s visie, en dus werd er zelfs geen hand omgedraaid om risicogevallen binnen de eigen partij richting één van z’n eigen gevangenissen te sturen. Zo zijn er ontelbare gevangenissen verspreid over heel Cambodja, en dus ook een enorm aantal killing fields. Die van Phnom Penh zijn opengesteld voor bezoekers, een kans die we niet mogen laten liggen om een inzicht te krijgen in deze tragische geschiedenis.
Het S21 museum, dat vroeger dienst deed als gevangenis onder de naam Tuol Sleng, en de Choeung Ek killing fields bezoeken we na elkaar, in de volgorde die ook de gevangen ze ervoeren. Een tour door S21, dat bestaat uit 4 hoofdgebouwen, en een ontzagelijke indruk later zijn we er niet wijzer op geworden, redenen voor het vermoorden waren er inderdaad nooit, en de omstandigheden waarin deze gevangen hun dagen doorbrachten – in een verlaten lagere school – waren niets minder dan erbarmelijk. Kleine cellen, die dan nog eens vaak gedeeld werden, kettingen, hand- en voetboeien, een folterconstructie en schrijnende omstandigheden. We beginnen met het bekijken van de grootste cellen, die vooral gebruikt werden om mensen te folteren. Wanneer de buitenlandse strijders Tuol Sleng binnenvielen in 1979, waren er verscheidene mensen stervend achtergelaten door de gevangenisoversten. Er zijn foto’s te zien van hoe de bevrijders de kamers aantroffen, maar die zijn te gruwelijk om aan te zien.

Eén van de grotere cellen
Buiten zien we een houten constructie die, toen dit nog een schooltje was, diende om sportoefeningen op uit te voeren. Kinderen klimden langs de palen omhoog om zich dan op te trekken. Tijdens de Tuol Sleng periode was het gebruik echter heel wat gruwelijker, en diende ze als folterwerktuig. Slachtoffers werden aan hun armen omhoog gehesen en uren lang geslaan, tot ze bewusteloos vielen van de pijn of de uitbering. Van zodra dat gebeurde werden ze naar beneden gehaald en werd hun hoofd in een vat met pesticiden ondergedompeld, waardoor ze door shock meteen weer bij bewustzijn kwamen. Ze werden verder ondervraagd om daarna weer omhoog gehesen te worden.
De cellen zelf bevinden zich in een andere blok, dat volledig werd afgeschermd met prikkeldraad nadat één van de gevangen de dood in sprong vanop het hoogste verdiep. Het was namelijk niet de bedoeling dat er mensen stierven in de gevangenis, daar waren de Killing Fields voor. Mensen in de gevangenis moesten in leven blijven zodat ze een bekentenis konden afleggen. Indien ze vroegtijdig stierven, was dat niet meer mogelijk, en was een dossier dus niet compleet. Alles werd vakkundig gedocumenteerd: wie er binnenkomt, wie bekentenissen aflegt, de redenen tot opsluiting en ondergane folteringen. Van ieder inkomend slachtoffer werd een foto getrokken, en vele hiervan zijn terug gevonden en tentoongesteld. Een zware confrontatie om gezichten te plakken op de vele slachtoffers. Ook van de werknemers zijn vele foto’s teruggevonden, velen van hen werden in dienst genomen rond de leeftijd van 14 jaar – wanneer ze nog kneedbaar zijn – en werden zelf opgesloten als ze teveel hadden gezien of een mogelijk gevaar bleken te vormen voor het regime.
Om daarna richting de Choeung Ek killing fields te rijden geeft je een koude rilling over de rug, dit is de weg die gevangen ook aflegden eens ze bezweken hadden onder de marteltechnieken om een bekentenis uit te lokken. De killing fields waren niet veel meer dan de naam beschrijft, een veld waarin putten gegraven werden om massaal mensen in de dumpen. De gebouwen zijn tegenwoordig allemaal verdwenen, doordat de Cambodjanen, eens het regime gevallen was, een raid uitvoerden op het complex en alles platbrandden. Bijna iedere Cambodjaan kende wel iemand die om het leven gebracht was door het regime, en dus was de woede enorm.

De Choeung Ek killing fields
In Choeung Ek ging het er opnieuw heel regimentair aan toe. Er werd vakkundig bijgehouden wie vertrok in Tuol Sleng en wie er aankwam bij Choeung Ek, om zeker te zijn dat er niemand kon ontsnappen. Kleren werden afgenomen en kinderen en vrouwen werden gescheiden van de mannen. Door de grote instroom moest er op een gegeven moment zelfs een wachtruimte bijgebouwd worden. De routine die gevold werd, was vrij simpel: vastgekend worden aan honderd andere gevangen, dan weggebracht worden richting één van de massagraven om daar de keel overgesneden te worden. Dit om kogels te sparen en zo weinig mogelijk geluid te maken, vaak zelfs gewoon met stukken schors van een suikerboom, waar enorm scherpe stekels aan groeien. Vrouwen werden samen met hun kind richting een aparte plek gebracht, waar hun eigen kind voor hun ogen tegen een boom, namelijk ‘The Killing Tree’, doodgeslagen werd, om hen op deze manier volledig mentaal te kraken. Daarna ondergingen ze hetzelfde lot als hun mannelijke lotgenoten. Om het lawaai van de schreeuwende ter dood veroordeelden te verdoezelen speelden ze dag en nacht luide Khmer muziek af, wat tevens de soldaten moest ophitsen om zo het doden makkelijker te maken. De boom waaraan de luidsprekers hingen werd de ‘Magic Tree’ genoemd, omdat die er op magische wijze voor zorgde dat alles onopgemerkt kon gebeuren.
Tegenwoordig zijn er grote putten te zien waar vroeger de massagraven waren. Deze zijn ontstaan door de opgravingen die de laatste jaren hebben plaatsgevonden, waarbij de restanten onderzocht werden en indien mogelijk geïdentificeerd. Simpel is dat echter niet, en dus zijn ze er slechts voor een klein aantal mensen ook effectief in geslaagd een grondige identificatie te doen. Wel hebben ze in kaart gebracht hoe de slachtoffers zijn gestorven, van een overgesneden keel tot doodgeslagen of zelfs doorboord met een stalen pin. De resten van de opgegraven mensen liggen verzameld in een mausoleum, dat centraal in het gebied gebouwd is en de sereniteit ervan benadrukt. Door aardverschuivingen of felle regen komen er regelmatig nog voorwerpen of menselijke resten naar boven, die verzameld worden in verschillende boxen. Verre van alle lichamen zijn namelijk geborgen, omdat het er simpelweg te veel zijn om eerbiedig te behandelen. Met een overweldigende indruk verlaten we het gebied, we kunnen alleen maar hopen dat deze overblijfselen genoeg bewijs geven dat gebeurtenissen zoals deze nooit meer herhaald mogen worden. Het verklaart meteen ook wel waarom we zo weinig mensen met een gezegende leeftijd tegenkomen in dit land, velen van hen zijn toen gestorven, de iets fortuinlijkeren zijn nog net kunnen vluchten.