We starten de dag met een goeie Bun Bo Hue bij ons geliefde ontbijtkraampje en kruipen met de fiets de ferry op richting An Binh, een klein relaxed eiland met naar ‘t schijnt zeer gastvrije locals. Voor ons redenen genoeg om op verkenning te gaan. Deze keer hebben we geluk met de fietsen, ze zijn klein (hoe kan het ook anders in Azië), maar comfortabel en bollen vlotjes. We hadden het niet beter kunnen treffen.
Eens aangekomen in An Binh moet er al meteen een zware beslissing genomen worden, links of rechts? Ons buikgevoel zegt ons dat er links iets meer te zien lijkt, dus gaan we die kant op, maar na het passeren van een klein schattig kerkje is er in de verste verte niets meer te zien. De kleine straatjes worden onderbroken door nog kleinere bruggetjes, en de palmbomen en kleurrijke bloemen geven het een tropisch gevoel. Het nadeel aan de tropen is natuurlijk de warmte, en dat weegt toch best wel door. We rijden wat kris-kras de straatjes in en uit, en doorkruisen zo bijna het hele eiland, zwetend en puffend op onze, bij nader inzien, toch wel niet zo comfortabele fietsen. Na twee uur trappen, is onze watervoorraad erdoor en gaan we op zoek naar een cafeetje om de dorst te lessen. Gemakkelijker gezegd dan gedaan, waar Vietnam normaal gezien krioelt van de cafeetjes met een goeie lading frisse pintjes, vinden we hier zelfs geen kraampje met water, hoe is het mogelijk. Het lijkt er echt op alsof we in de middle of nowhere terecht gekomen zijn. We ondernemen een paar pogingen om aan locals de weg te vragen, maar telkens krijgen we het Vietnamees draaiend handje te zien, dat duidelijk maakt dat ze geen Engels spreken en ons niet begrijpen. Dan maar verder zoeken op gevoel. En wie zoekt die vindt, met ons laatste sprankeltje energie bereiken we een kleine winkel, waar een frigobox opgesteld staat. Hoera! Met een ijsthee vinden we wat afkoeling in de schaduw, en doen we krachten op om onze fietstocht verder te zetten.
Met hernieuwde energie zoeven we van het ene straatje naar het andere. Onderweg passeren we een hele zwerm enthousiast zwaaiende schoolkinderen in uniform, en houden de lokale honden ons gezelschap tijdens het fietsen. Wanneer we op de rivier stoten, die An Binh van Vinh Long scheidt, beginnen we stilaan honger te krijgen. Een probleem, want ook hier is er nergens leven te bespeuren, laat staan een lokale eettent. We besluiten gewoon door te rijden op goed geluk en te zien wat we onderweg tegenkomen, terugkeren is al helemaal uit den boze want we weten dat er in het eerste half uur fietsen niets is. Een kwartiertje later passeren we een huis waar zowat 15 locals aan het eten zijn, en vermoeden dat dit misschien wel een lokale eettent zou kunnen zijn. Wanneer we met gebarentaal vragen of we er kunnen eten reageren ze allemaal super enthousiast en doen ze teken dat we binnen mogen komen. Nog geen seconde later bevinden we ons al tussen de enthousiaste Vietnameesjes, die verrassend genoeg allemaal hetzelfde aan het eten zijn. Toeval of niet? We beseffen al snel dat dit helemaal geen eettent is, maar een terras van een huis waar toevallig een hele bende aan het lunchen is. Nog voor we dit goed en wel beseffen staan er al 2 extra kommetjes op tafel, zijn er stoelen bij gezet en worden de stokjes in onze handen geduwd. De ene kapt een warme Bia Saigon in een beker met ijs terwijl een ander stukjes vlees en groenten in onze kommetjes legt. We hebben zelfs de kans niet om dit misverstand uit te leggen, want ze zijn allemaal super enthousiast met ons onverwachts bezoek.
Vanaf de eerste Mo Hai Ba Dzo (toasten op z’n Vietnamees, zie de post van de Ha Giang motorloop) hebben ze door dat we dit nog al gedaan hebben, en dus zetten we de volgende zelf in. Het eten is overheerlijk, en bijvullen hoeven we al helemaal niet zelf te doen. Van zodra er wat ruimte vrijkomt in een van onze kommen ligt er al iets nieuws in de plaats. Het aanbod is enorm groot, van gewokte groentjes, noedels, rijst en kip tot zelfs lever en vette derms. Tegen dat we van alles eens geproefd hebben zitten we best al vol. Dit kan natuurlijk ook komen omdat er om de 2 minuten getoast wordt met een glas warme Bia Saigon met ijsblokken, per slok begint er wel iemand met het inzetten van de Mo Hai Ba Dzo. Er lijkt ook een soort 1-on-1 toast te bestaan, waarbij iemand toast met iemand anders, en beiden het glas leeg moeten drinken. Er passeren dus veel blikjes Bia Saigon, en telkens er eentje leeg is wordt het simpelweg onder tafel gegooid, het opruimen is duidelijk een zorg voor later. Niemand van de bende spreekt een woord Engels, maar in gebaren taal en met google translate slagen we er in grootse conversaties te voeren. Wanneer ze na 2 uur tafelen dan eindelijk door hebben dat we genoeg gegeten hebben, wordt het dessert op tafel getoverd. Een berg lychees, vers geplukt uit de tuin. Twee keer raden wie die berg zowat in zijn eentje verzet heeft… Nick natuurlijk. Ann-Sofie ontfermt zich dan maar met veel plezier over het lokale dessert in bananenbladeren. Heerlijk.
En dan hebben wij nog een verrassing, we hebben onze Vietnam T-shirts mee, en doen die met plezier aan. Zoals alle Vietnamezen reageren ze super enthousiast op de T-shirts, gevolgd door ettelijke toasts, zo veel dat het stilaan wat begint te draaien en dat de toilet bezoekjes elkaar steeds sneller beginnen op te volgen. Ondertussen komen we te weten dat het morgen de terugmatch is voor de finale van de Asia Cup, dé grote en beslissende finale tussen Vietnam en Maleisië. We dachten normaal gezien morgen de bus te nemen richting Can Tho, maar deze leuke bende nodigt ons uit om samen op groot scherm te gaan zien. Op het marktplein van Vinh Long zouden ze alle voorbereidingen aan het treffen zijn, en dus spreken we af tegen 19u30 op het plein. Hier blijven we met plezier een dag langer voor!
Nu is het wel tijd om verder te gaan, we hebben hier vlotjes 3u door gebracht en de rest van het eiland moet nog verder verkend worden. We nemen afscheid, en vlammen met hernieuwde energie de straatjes door. We proberen geen enkel straatje dubbel te doen, om zo alles gezien te hebben. Plots passeren we aan een schooltje, waar net de speeltijd lijkt te starten. Alle kindjes lopen naar buiten, en ook de directeur komt even zien. Hij nodigt ons zelfs uit om even binnen te komen, terwijl alle kindjes tegelijk zitten te zwaaien. De schoolboeken liggen nog op de tafels, en nieuwsgierige Ann-Sofie begint meteen te bladeren. Het blijkt muzikale opvoeding te zijn, en dus liggen de banken vol liedjesteksten. Ze kan het niet laten, en onderneemt een poging om een Vietnamees liedje te zingen, tot groot jolijt van de omstaande kindjes, die haar met luid gejoel motiveren. Evident is het echter niet, en één enkele strofe is genoeg om Ann-Sofie dat ook te laten beseffen. Met een applaus voor Ann-Sofie wordt de speeltijd verdergezet. Alle kindjes willen graag op de foto, en oefenen hun Engels door onze naam te vragen, iets wat we dus tot dertig maal toe herhalen. Ze krijgen al Engels van hun 7 jaar, en dus zijn sommigen er al goed mee weg. Vaak vragen ze “Hello, what is your name?”, waarbij een van ons dan z’n naam zegt en vraagt wat zijn/haar naam is, waarbij er een onuitspreekbare naam volgt. Dan lossen we het maar op met “Nice to meet you!” te antwoorden, want de naam herhalen is praktisch onmogelijk. Ann-Sofie krijgt een armbandje van een kindje, en iets later nemen we afscheid, aangezien de speeltijd erop zit en de lessen dus terug gaan beginnen. En dat willen we liever niet verstoren natuurlijk.
Op de terugweg naar de ferry passeren we nog een aantal scholen, telkens een andere leeftijdscategorie en met andere uniforms. Voor een stuk of 5 is er duidelijk geen school, of ze hebben een goede manier gevonden om eraan te ontkomen, want ze zitten te voetballen op het terrein langs de weg. Nick besluit even mee te doen, sletsen zijn echter niet ideaal, dus op blote voeten dan maar. Na een kwartier is het al wel geweest, de warmte is te drukkend, en op blote voeten voetballen is niet evident, zeker als je voeten daar niet aan gewoon zijn. Met 2 grote blaren fietsen we verder richting de ferry, het is ondertussen al laat op de middag, en de vermoeidheid begint toe te slaan. Aangekomen op het vasteland keren we even terug naar het hotel om af te koelen, en gaan daarna op zoek naar wat eten. Langs een gigantische kerstboom wandelen we een winkelcentrum binnen, waar we met elk 2 ijsjes onze honger stillen, en we terug de warmte richting ons hotel kunnen trotseren.