Three Passes Trek Dag 16-22 – Nepal

TPT Dag 16 – Gokyo-Renjo La-Thame

We hebben ontbijt gereserveerd om 6u30, en dus komen we flink op tijd aan in het restaurant van de lodge, waar iedereen nog ligt te slapen. We hebben afgesproken met George om tegen 7u te vertrekken, om zo samen de pas te doen. 7u wordt echter moeilijk, als ze om 6u30 nog moeten beginnen aan het eten. Alles duurt hier altijd wat langer, dus verwachten we niet om op tijd weg te zijn, we zien wel zeker. We beginnen de dag iets later dan gepland, maar zien George niet meteen lopen, dus gaan we maar rustig door. We beginnen al snel met verkeerd lopen – zoals gewoonlijk – aangezien we een groep wandelaars met gids boven op een pad zien lopen terwijl wij beneden aan het sukkelen zijn om iets wat op een pad lijkt te vinden. Onze zelf gefabriceerde route lijkt echter op hetzelfde uit te komen, dus gaan we gewoon door. Het is al snel duidelijk dat het niet Ann-Sofie haar dag is, de benen doen nog pijn van gisteren en haar maag wil ook niet helemaal mee. Langzaam maar zeker gaan we toch door, op naar Renjo La. Nu terugkeren zou zonde zijn. We beginnen aan een onwezenlijke beklimming, steiler dan dit wandelen kan echt niet, en om de 5 minuten is een rustpauze nodig. En tijdens een van die rustpauzes zien we een rode stip opduiken langs het padje, dat moet George zijn!

Hij is al snel bij ons, en hij vertelt dat het opstaan niet zo vlot ging als gehoopt, en hij zelf dus ook een stuk later vertrokken is. Van een mooie timing gesproken. Ieder op z’n eigen tempo klimmen we naar het eerste plateau, met opnieuw een zicht om u tegen te zeggen. Tijd voor een eerste groepsfoto, na zo vaak elkaar te kruisen mag een foto niet ontbreken! De top is echter nog ettelijke honderden meters stijgen, en dus gaan we langzaam maar zeker verder. Tussen de rotsen door banen we ons een weg naar boven, tot we de vlaggetjes van de top zien wapperen. Nog 250m stijgen. Nu is het echt meter per meter aftellen, het gaat traag maar zeker vooruit. Een laatste onwezenlijk zware klim later kunnen we neerploffen op de top. We did it! De derde pas bedwongen! Nu is het enkel nog naar beneden, wat een prestatie, al zeggen we het zelf.

We nemen wat foto’s om dit moment nooit meer te vergeten, eten alle drie onze allerlaatste Snickers op om terug op krachten te komen en beginnen aan de afdaling. Ditmaal geen grint, geen losse stenen en al zeker geen halsbrekende toeren. Het pad is aangelegd, en bestaat voor een groot deel uit trappen, hetzij reuzentrappen. Wie deze krachtprestatie neergezet heeft weten we niet, maar die mens moet afgezien hebben. Hier kunnen geen kranen of ander werktuig komen, alles is dus met de hand gedaan. Het zorgt er in ieder geval voor dat we razendsnel hoogtemeters vreten, en komen al snel aan bij het meer onderaan de pas. George heeft het zotte idee om hierin te zwemmen, zoals hij blijkbaar ook al gedaan heeft bij het meer aan de Kongma La pas. We zitten hier op 5120 meter, dat zou een persoonlijk hoogte-zwemrecord zijn voor Nick. Deze kans kan en mag hij niet laten schieten, en dus duiken George en Nick samen het ijskoude water in. Letterlijk ijskoud, langs de rand van het meer is het water bevroren, en veel warmer voelt de rest niet echt aan. De duik zelft duurt niet lang, een halve minuut maximaal. De stalen ballen die nodig zijn om dit te doen zijn al snel met een verkleindwoord aan te spreken, en het afdrogen voelt bizar aan, het gevoel van een verdoofde lip na het trekken van een tand, maar dan over je hele lichaam. Snel aankleden en op pad, om terug warm te krijgen.

Vanaf dan zetten we er tempo achter. Het pad gaat langzaam omlaag, en dus kunnen we in de hoogste versnelling aan de terugweg beginnen. We hadden gehoord dat het mogelijk is om in twee dagen af te dalen richting Namche, maar konden dat precies moeilijk geloven. Nu we er zelf aan bezig zijn wordt het echter al snel duidelijk dat het niet zo’n onmogelijke opdracht lijkt. Voor we het weten zijn we in Lumde, een dorpje waar we hoopten te overnachten. Maar het is nog maar 13u30, gewoon tijd voor lunch dus. Een uurtje later zijn we weer op pad, met als eindbestemming Thame. Of we daar geraken zien we onderweg wel, want het is nog 2 à 3u wandelen. Met hernieuwde energie vliegen de kilometers er echter door, en al snel zijn we halverwege. Onderweg komen we trekkers tegen die ons laten weten dat er net voor Thame een plekje is waar 4G ontvangst is, stiekem iets om naar uit te kijken dus, na 8 dagen zonder bereik. Zoals gewoonlijk in de bergen begint het stilaan mistig te worden, en we zitten er middenin. Het laatste half uur zien we nog geen meter voor ons uit en zijn de uitzichten eerder beperkt.

En dan zien we de stupa vlak voor Thame, en de laatste bergop richting de lodges (en de 4G ontvangst!). Met de GSM uit vliegtuigmodus klimmen we omhoog en ja hoor, al snel gaan de GSM’s als een gek tekeer en kunnen we het thuisfront laten weten dat we nog in leven zijn. Meer als dat is niet nodig en dus zwieren we onze toestellen weer in vliegtuigstand. Dan dalen we verder af naar Thame waar de eerste lodge die we tegenkomen volstaat. Het eten is er overheerlijk, en de avond gaat vlot voorbij met een hele reeks spelletjes shithead, net aangeleerd door George. Bij een grote pot thee en lekkere momo’s krijgen we het spel onder de knie en vliegt de tijd voorbij. Het is de eerste keer dat het na 21u is vooraleer we in ons bed kruipen, wetende dat er morgen maar 3u wandelen op de planning staat kunnen we lekker yolo gaan. Om 22u is de kaars echter helemaal uit, tot zover het zware leven.

TPT Dag 17 – Thame-Namche

De ochtend doen we rustig aan, we beginnen met een uitgebreid ontbijtje en leggen nog een kaartje met een pot thee erbij. Pas tegen 10u zijn we terug op pad, we hebben toch alle tijd van de wereld. Ditmaal is er wel zonneschijn, en zien we het dorpje op een compleet andere manier. Het ziet er een stuk gezelliger uit zo. Het laatste stuk naar Namche is slechts 9km, ongeveer vlak, met overal mooie padjes en geplaveide weg. We vlotten goed en slalommen van de ene naar de andere bocht, rustig op en neer … En dan herkennen we ineens de gebouwen van Namche, nog een laatste bocht en hoeraaa, Namche is in zicht! Tijd voor een ‘we-did-it’ selfie. Een kleine afdaling later staan we terug waar we begonnen zijn, maar wat een ervaring rijker! Het gevoel van ons doel gehaald te hebben overstijgt onze verwachtingen veruit, en dat moet gevierd worden, maar eerst lunch. We zijn redelijk uitgehongerd, en in Namche hebben ze eindelijk weer echt lekker eten. George weet een plekje waar ze uitstekend vlees serveren, iets waar we al bijna 3 maand niet meer van hebben kunnen genieten.

Dat uitstekende vlees blijkt een Yak sizzler te zijn. Een sizzler is een snikheet stenen bord waarop het vlees nog wat napruttelt terwijl het al geserveerd wordt. Zo krijgen we er elk eentje voorgeschoteld, samen met groentjes en wat frieten. Hoe zalig om de goeie afloop zo te kunnen vieren. Als tweede gang eten we een veggie cheeseburger, en de eigenaar van het restaurant is onder de indruk van onze eetlust. Een dessertje kan natuurlijk ook niet ontbreken, en we kiezen voor een brownie met vanille ijs en George voor een appeltaartje. Ongezien voor de uitbater. Wat wandelen wel niet met een mens kan doen. Om de festiviteiten verder te zetten begeven we ons naar de hoogste Irish Pub ter wereld, op 3440m. Met een voetbaltafel, eindeloos veel spelletjes shithead en een paar pintjes (en een gin tonic voor Ann-Sofie, met meer gin dan tonic) weten we ons wel te amuseren!

En dan komt er een telefoontje binnen, Pieter en Marijke, onze geliefkoosde vrienden uit België waar we de laatste weken voor de reis verbleven hebben, blijken net aangekomen te zijn in Vietnam. We hebben alles zo getimed dat we een goeie week samen kunnen reizen door het noorden, iets waar we heel sterk naar uitkijken. De timing blijkt ideaal uit te komen, en dus kunnen we er zeker van zijn dat de volgende weken top zullen worden. Om straks weer avondeten binnen te steken begeven we ons naar de lodge, met onderweg een kleine onderbreking aan een winkeltje voor het kopen van Pringles en zure Haribo colaatjes. Met een pizza, momo’s en een warm dekentje kijken we naar een reportage over de Sherpa’s en de Mt. Everest. Zo zien we ook de andere kant van dat verhaal eens. Het leven als Sherpa is hard en gevaarlijk. De ware helden die de top van de Mt. Everest bereiken zijn de sherpa’s die alle tenten en materiaal naar boven zeulen langs levensgevaarlijke wegen. Terwijl andere Sherpa’s bij wijze van spreke de toeristen tot boven op de top sleuren of dragen. Indrukwekkend. Wanneer het vuur in de ruimte langzaam begint uit te gaan krijgen we al snel onze klop en is het bedtijd. Meer dan voldaan kunnen we gaan slapen.

TPT Dag 18-19-20 – Namche-Phakding-Kanre-Adheri

Na een ruim ontbijtje en een laatste spelletje shithead nemen we afscheid van George. De laatste dagen samen waren zalig, maar hij blijft nog een dag in Namche omdat z’n vlucht vanuit Lukla pas overmorgen is. Wij wandelen echter terug, dus hebben we geen dag te verliezen. Met de belofte van elkaar in Kathmandu terug te zien, waar we eindelijk Burger – de Annapurna hond – zouden kunnen ontmoeten. We kennen dit pad al, drie weken geleden hebben we exact dezelfde wegen bewandeld in de andere richting, dus weten we exact wat er ons te wachten staat. We vlotten goed, maar veel energie hebben we niet, en tegen 14u hebben we het wel gehad. Net dan zijn we aan een lodge waar we op de heenweg ook overnacht hebben, en dus besluiten we te slapen waar we het kennen.

De tweede dag gaat al een stuk beter, de beklimmingen van het doorgaan zijn nu veranderd in afdalingen, wat onze benen wel bevalt. Na een volle dag afdalen begint het echter wel lastig te worden voor de knieën, maar we bijten door. Kilometers vreten is plezant, en we zien hoe snel we vorderen op de kaart. Net als gisterenavond beslissen we ook deze avond te slapen in het dorpje van het doorgaan, maar wel in een andere lodge. We kunnen de heenweg nu ook weer niet helemaal kopiëren.

De derde dag terugkeren is echter wat anders, tegen de middag zijn we redelijk uitgeteld, en we weten dat we nog een extreme taak voor de boeg hebben. We zitten op 2700m, moeten afdalen naar 1500m om een brug over te steken, en dan terug naar 3000 m om te eindigen in het dorpje waar we de jeep kunnen pakken. Het is nog ongeveer 25km en 2700 hoogtemeters. Veel te veel voor 1 dag dus. En dat betekent nog een extra dag wandelen, waar we echt geen zin meer in hebben. Nu blijkt dat er op 2u wandelen van het dorpje waar we zijn een jeep station is waar we de jeep kunnen pakken naar Salleri, het dorpje waar we moeten zijn. Dus is het kiezen tussen anderhalve dag wandelen, of 2u wandelen, dan 4u jeep om er vanavond reeds te zijn.

Compleet uitgeteld kiezen we voor de laatste optie, en op die manier zien we nog even een andere route dan het doorgaan, wat de motivatie wel zal aansterken. En zo blijkt, we wandelen door groene velden met graan, een jungle en eindigen met een rivieroversteek over een half ingestorte brug. Best plezante ervaringen dus, blij met de keuze komen we aan bij het jeep station, spreken de eerste beste chauffeur aan en boeken twee plaatsjes. Moe maar voldaan zit de trekking er nu echt op, morgen nog 10u jeep terug naar Kathmandu, maar dat is nu echt geen zorg meer, onze voetjes krijgen eindelijk hun verdiende rust. Er is echter 1 klein probleempje, nergens in de buurt is een ATM te vinden en ons cash geld begint stilaan op te zijn. We hebben nog genoeg geld om deze jeep te betalen, maar dan komen we niet meer toe voor de jeep naar Kathmandu. We moeten ook nog een overnachting betalen vanavond, en als het kan iets eten tussendoor. Maar zelfs als we het eten overslaan hebben we niet genoeg flappen meer. Maar geen nood, de jeep eigrnaar verzekert ons dat er in Salleri een ATM is, dus kunnen we gerust ademhalen en onze maagjes een laatste maaltijd in de Himalayas gunnen. De jeeprit van 4 uur is er weer eentje uit de hel, ditmaal zitten we niet als sardientjes op elkaar gepakt maar zijn we op pad met een wilde chauffeur over een extreem hobbelige zandweg… al zouden wij dat niet echt een weg noemen. De seconden tikken langzaam voorbij en het begint stilaan donker te worden. Onze chauffeur is druk bezig met bellen en rijden tegelijkertijd wanneer we plots vast komen te zitten in de modder. Iedereen moet uit de jeep en er wordt naarstig gezocht naar een oplossing. Terwijl het wiel door onze chauffeur opgekriwordt halen andere grote platte stenen aan om eronder te schuiven voor meer grip. Een eerste poging om weer te vertrekken mislukt maar met wat aanpassingen aan de constructie zijn we bij de tweede poging al weer vertrokken. Het mag dan wel een roekeloze chauffeur zijn, dit akkefietje heeft hij mooi opgelost. Een dik uur later arriveren we dan eindelijk in Salleri.

TPT Dag 21-22 – Adheri-Kathmandu

‘s Avonds aangekomen in Salleri gaan we eerst op zoek naar de enige ATM in de wijde omgeving. Met wat hulp van een aantal locals is die snel gevonden, en lijkt de redding dus nabij. Tot de ATM een briefje uitspuugt met ‘Transaction Failed, Please Contact Bank’, nogmaals proberen dus. Opnieuw dezelfde ‘Transaction Failed, Please Contact Bank’. Op dit moment breekt het stresszweet toch wat uit, een derde poging bevestigt de eerste twee alleen maar. Met wat hulp van twee sympathieke locals blijkt dat de ATM enkel Visa accepteert, geen Mastercard. En wij hebben natuurlijk een Mastercard. De enige ATM in de omgeving, en we kunnen hem niet gebruiken. Dit betekent dus ook dat we geen geld hebben om de jeep richting Kathmandu te betalen, en dat is zowat de enige manier om terug te geraken.

Hopen op de goodwill van de ticketverkopers vragen we of we de tickets niet gewoon bij aankomst in Kathmandu mogen betalen, maar na een half uur rondbellen blijkt dit niet mogelijk. Een beetje wanhopig stappen we de eerste hostel die we zien binnen en vragen we of we kunnen overnachten, met het idee van het morgen dan wel uit te zoeken. Na een korte babbel met de eigenaar blijkt dat het voor hem geen enkel probleem vormt, en hij wel een jeep kan regelen. Hij laat ons weten dat we morgenochtend om 5u klaar moeten staan, en we gewoon de jeep mee op mogen. Zalig, wat een sympathieke man.

De volgende ochtend staan we om 4u30 op en om 4u40 op het punt om naar beneden te gaan, als de eigenaar op onze deur komt kloppen en gehaast zegt dat de jeep er bijna is. We snellen naar de straat en zetten ons schrap, maar geen jeep te zien. We wachten een paar minuten maar nog geen jeep te zien, dus gaat Nick nog snel een plasje doen, en plots staat eigenaar op de toiletdeur te kloppen dat de jeep er is, natuurlijk, wat had je gedacht. Alsof iedere seconde hem honderden euro’s kost smijt hij de rugzakken los op het dak en begint hij te rijden. We zeggen hem dat hij meteen moet stoppen en op z’n minst de rugzakken kan vastbinden. Luisteren doet hij niet, en hij rijdt gewoon door tot hij plotseling bruusk remt. We denken dat hij ons begrepen heeft, maar het blijkt dat er gewoon twee andere passagiers langs de kant van de weg staan om in te stappen. Nadat hun bagage ook op het dak ligt bindt hij wel alles vast. We denken van eindelijk weg te zijn, maar dan stopt hij de jeep en stapt hij uit, zonder iets te zeggen. Hij gaat een cafeetje binnen en verdwijnt. Na 20 minuten beginnen we het allemaal wat op onze zenuwen te krijgen, we staan vroeg op, worden opgejaagd als een kudde koeien en krijgen niets van uitleg te horen.

Na heel wat geduld – lees: bijna 3 uur wachten in een koude jeep – en het oppikken van nog 4 extra passagiers vertrekken we uiteindelijk om 8u, opnieuw met 10 man als sardientjes in blik. De chauffeur is pokketraag, en het vordert dus voor geen meter. Tegen de middag zijn we nog niet eens halverwege, het belooft dus een lange rit te worden. Tot overmaat van ramp vindt de chauffeur het nodig om om de 10 minuten eens goed uit zijn raam naar buiten te tuffen … door de wind recht op Ann-Sofie die op het zitje achter hem zit met open ruit (o.w.v. de warmte). We maken hem hierop attent en hij lacht eens goed. Nog geen 5 minuten hangt er weer een kwak speeksel in Ann-Sofie haar gezicht. We maken hem er terug op attent en vragen hiermee te stoppen … 5 min later heeft ze weer prijs. Wanneer Nick zich dan eindelijk eens goed boos maakt heeft hij de boodschap begrepen. Hij houdt op maar een half uur later begint hij gewoon weer. We sluiten dan maar het raam, wat een viezerik.

Na een aantal plas- en beenstrekpauzes en heel wat geduld en gespeek verder komen we aan in Kathmandu tegen 21u, een stuk later dan de beloofde 15 a 16u. Een taxi brengt ons naar het hotel waar we onze bagage drie weken geleden hebben achtergelaten en wat een geluk, de kamer die we hadden voor vertrek is vrij! De keuze is snel gemaakt en nog een 20 minuutjes en een douche later liggen we te ronken.

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s