Three Passes Trek Dag 6-11 – Nepal

TPT – Dag 6 – Namche-Pangboche

We staan een half uur vroeger op omdat we toch al wakker zijn, het ontbijt kan zonder probleem een uur vroeger, dus dat is mooi meegenomen. De vreugde is maar van korte duur want we krijgen een muizenportie oat porridge voorgeschoteld die bovendien al ijskoud heeft. De vriendelijkheid van het personeel laat ook de wensen over, de enige keer dat ze lachen is het moment waarop we vragen of we kunnen betalen. Aan de ontbijttafel zitten de Zwitsers van gisterenavond weer, ook zij zijn duidelijk niet tevreden met het ontbijt dat ze voorgeschoteld krijgen. Hun halfgebakken pannenkoek wordt terug richting de keuken gestuurd en komt even halfgebakken weer terug. Los van het eten, maken we er een gezellige ochtend van voor we afscheid nemen. Zij zijn klaar om richting Lukla te vertrekken om hun vlucht te nemen richting Kathmandu, wij klaar om aan onze trekking te beginnen. Uiteindelijk vertrekken we om 7u, voor een dag van (volgens de wandelkaart) 6,5u.

In Namche zelf lopen we even de verkeerde kant uit, tot we het vragen en de correcte richting uitgestuurd worden. De dag begint bergop, maar het eerste echte zicht op de bergen maakt het wandelen een stuk minder zwaar. We zien al meteen de top van de Ama Dablam, een prachtige berg en 1 van de moeilijkste ter wereld om te beklimmen tot de top. De top bereiken van die berg is voorlopig (nog) niet aan ons besteed. Daarvoor keren we in de toekomst nog wel een keertje terug.

Na de eerste grote bocht laten de padjes zich heel makkelijk bewandelen en de kilometers vliegen erdoor. Voor we het goed en wel beseffen zijn we al 200m gestegen en beginnen we alweer te dalen. Langs de weg zijn er ondertussen locals bezig met het uitstallen van koopwaar zoals sjaals, armbandjes, kettingen etc. We vragen ons alleen af wie deze ballast koopt op een wandeling van 20 dagen? Iets verderop komen we aan de splitsing die we echt niet mogen missen. Als we missen komen we meteen uit aan het basecamp van de Mt. Everest of aan de Gokyo lakes. Dat willen we zeker zien, maar daar zijn we nu nog niet aan toe, eerst nog wat acclimatiseren door de lange omweg te nemen, langs verschillende bergpassen die stelselmatig hoger worden.

We stijgen 600m terwijl we precies door de bossen van de Ardennen lopen. Kleine padjes tussen de bomen, met om de paar meter een aantal boomwortels waar je – en dan vooral Ann-Sofie – over kan struikelen en op de achtergrond het geluid van de rivier beneden in de vallei. Plots duikt er voor ons een wandelende deur met een rugzak op, een sherpa is bezig met 6 houten balken te vervoeren. Komisch op het eerste zicht, maar eigenlijk verschikkelijk om te zien. Het is een man van minstens 60 jaar, met balken van 3 meter op zen rug, kromgebogen en slenterend over de veel te krappe en steile padjes. Erg om aan te zien, maar weinig dat we kunnen doen. Na de beklimming besluiten we even pauze te nemen, we zetten ons op een muurtje en merken aan de overkant een uiterst merkwaardig fenomeen op. De stenen langs de weg liggen vol met drogende yak stront. Geen flauw idee waarom, we weten dat ze in India koeienstront gebruikten om de warmte te bewaren rond een vuurtje en om BBQ’s mee te fabriceren, misschien hebben ze hier hetzelfde nut? We komen het vast en zeker nog te weten. Een halve minuut na de pauze passeren we een controlepost waar de permits gecheckt worden. Gelukkig zijn we met alles in orde en mogen we een minuutje later alweer verder, voor een laatste klim naar Tengboche. Na een uur zweten en puffen weet een sympathieke tegenligger ons te vertellen dat het nog 1u wandelen is, maar 25 minuten later staan we al te puffen op het middenplein van het dorpje. Zo snel zijn we! Ondanks onze toptijd was dit absoluut een van de zwaarste en eindeloos lange bekmlimmingen van onze trip tot nu toe. We nemen een kijkje in het Monastery en laten ons leiden door onze neus om het beste restaurantje te vinden. En de keuze is goed, ze hebben er verdorie vegetarische burgers, hemels! Na al die rijst van de afgelopen dagen genieten we met volle teugen van nog een keertje ‘normaal’ eten. We weerstaan de verleiding van nog een stukje cake naar binnen te steken voor we vertrekken en maar goed ook, want er moet nog geklommen worden!

Door een rhododenronbos dalen we verder af richting Pangboche, de eindhalte voor vanavond. Pangboche ligt op 4000m hoogte, en lijkt ons ideaal voor een acclimatisatie. Normaal gezien raden ze een acclimatisatiedag aan in Namche, maar doordat wij ingewandeld zijn, en niet gevlogen hebben zoals de meeste toeristen, hebben we die geskipt en gaan we ze iets hoger nemen. Bij Pangboche ligt ook het basecamp van de Ama Dablam, de berg die we deze ochtend hebben mogen aanschouwen. Het schijnt een mooie oefening te zijn om richting dat basecamp te wandelen, dat op een hoogte van 4600m ligt. Dat idee motiveert ons, en de kilometers worden er weer door gemaald. Om 13u30 hebben we al een lodge gevonden en zijn we al geïnstalleerd in de eetruimte. Nick is nogal hongerig, en bestelt noedel soep, oat porridge en milk tea, en dan nog knort de maag. Geduld is echter een schone deugd, en terwijl de andere toeristen toestromen wachten we geduldig af tot het laat genoeg is om te eten. Iedereen bestelt z’n eten, en wij kijken verstandig toe wat er het lekkerst en best uitziet, en dat bestellen we dan voor onszelf. Het worden veg fried noodles en egg fried rice, heerlijk! Als dessert besluiten we een van onze 10 snickers te delen. Snickers die speciaal aangekocht zijn om suikerdipjes TIJDENS de trekking op te vangen. T stond in de sterren geschreven dat die eerste snicker niet tijdens de trekking zou sneuvelen maar wel als dessertje ‘s avonds. Zo een hele zak snickers naast je staan hebben is verschrikkelijk om te negeren. We hebben er alle twee even hard zin in, en dus moet ie correct verdeeld worden. Met een nauwkeurigheid van jewelste snijden we hem in 2, hadden we een weegschaal gehad, dan hadden we die zeker gebruikt. Van elke hap wordt er genoten als nooit tevoren, we vermoeden dat er nog nooit iemand zo lang over een stukje snickers gedaan heeft. Een uurtje later hebben we toch weer honger, en als afsluitert bestellen we cheese momos. Super lekker, maar toch gaan we slapen met een licht hongergevoel. We kunnen echter niet heel de dag en nacht dooreten hier.

TPT Dag 7 – Acclimatisatie Pangboche

Nick wordt voor de eerste maal gewekt door de wekker, terwijl Ann-Sofie al wakker was, een primeur! Vandaag is het een rustige dag, acclimatisatie betekent overdag naar een grotere hoogte gaan om ‘s avonds terug lager te slapen, om zo te zien hoe je lichaam reageert op de ijlere lucht. We vertrekken om 7u en moeten even zoeken achter het padje, uiteindelijk roept een vriendelijk dametje ons vanuit de hoogte toe waar we naartoe moeten, en wijst ons de brug aan die we over moeten. We laten eerst wat loslopende Yaks gebruik maken van de brug, vooraleer wij het water oversteken. Het begint meteen met een sterk stijgende slalom met losse stenen, best gevaarlijk want we glijden continu weg. Boven komen we aan op een plateau, de lucht begint op te klaren en we zien de weg naar boven. Het is er heel rustgevend, we zijn ondertussen boven de boomgrens, en de enige begroeiing bestaat uit mos en struikjes. We nemen even een pauze, en hebben het gevoel van in de duinen aan de Belgische kust te zijn. Lage begroeing, zand en heuvelend, een heerlijk gevoel! Het weer is enorm variabel, om de 5 minuten gaat het van bewolkt naar volle zon en terug.

We volgen een van de vele padjes die naar boven lijken te gaan, het zijn er echt tientallen, maar nu en dan komen ze weer allemaal samen, dus veel verschil maakt het niet. En dan zien we een grote steen met daarop ‘ LODGE –>’. We hadden horen zeggen dat er een lodge is niet ver van het basecamp, maar dat het niet exact dezelfde locatie is. We volgen de pijlen niet, maar wel het padje dat verderop de heuvel over lijkt te gaan. En dan zien we het, een hele verzameling van verschillende groottes van tenten, dat moet wel het basecamp zijn! We horen dat er deze periode maar liefst 40 expedities naar de top plaatsvinden, en dat is ook aan het aantal tenten te zien. De porters lopen af een aan met materiaal, maar helaas gaat er niemand naar de top op dit moment. Na een half uur genieten beginnen er plots wolken op te komen, en ze lijken niet te stoppen. Het wordt al snel duidelijk dat het weer deze keer niet snel meer zal veranderen. De berg wordt compleet overspoeld, en ook de vallei achter ons hang vol. We besluiten dan maar terug te keren, we zien geen sikkepit meer van de berg krijgen alleen maar kouder met de minuut. Hoog tijd dus om weer naar beneden te gaan.

Tijdens de afdaling komen we een aantal oude bekenden tegen van de lodge waar we verblijven, zij moeten nog naar boven terwijl het al compleet overtrokken is, veel zicht zullen ze dus jammer genoeg niet meer hebben. De afdaling verloopt voor de rest enorm vlotjes, en in minder dan een uur zijn onze noodels en rijst al weer besteld in de lodge. In de lodges wordt alles apart aangerekend, we krijgen de kamer gratis, maar werkelijk alles dat je erbij wilt is te betalen, en het is naar Nepalese termen niet goedkoop. Wil je bijvoorbeeld je GSM opladen betaal je vanaf 2 euro per full charge (Rs.250) tot maar liefst 3 euro (Rs.350) per uur, afhankelijk van de lodge. WiFi is minstens Rs.500 en voor een douche betaal je al snel Rs.700, zotte toeristen prijzen dus. Het lijkt erop dat de eigenaars van de lodges geen flauw besef van kostprijs meer hebben, want Rs.350 per uur opladen is gewoon exorbitant. Stel dat je elke dag je GSM zou opladen aan deze prijs, kost dat je rond de 50 a 60 euro voor de trek. Een slimme oplossing voor backpackers is op zoek te gaan naar een restaurant zonder slaapplek. Daar is het vaak mogelijk, door eens vriendelijk te lachen, om op te laden terwijl je er iets eet. En eten moet je sowieso dus dat komt nog mooi uit. Na een zoektocht door het dorpje en op verschillende plekken te vragen vinden we een tof restaurantje dat ons met plezier een stopcontact aanbiedt.

We bestellen er eerst een theetje, en steken alles in dat opgeladen moet worden. Na een half uurtje nadenken besluiten we gebakken patatjes met groenten te bestellen, eens iets anders dan de rijst en noedels van de afgelopen dagen. De portie die we krijgen is fenomenaal. De kwaliteit moet echter niet onderdoen voor de kwantiteit, want het zijn de beste die we al gegeten hebben. Na het binnenstoempen van deze portie hebben we precies toch nog wat honger, en bestellen we een tweede. Eindelijk is het zover, Nick z’n buik zit vol, het kan dus wel degelijk! We typen wat aan de voorbije dagen en genieten van het leven dat er gaande is, de sherpas komen er uitrusten met een tas thee en de kindjes zitten er huiswerk te maken. 4u later is alles getypt, opgeladen en zijn wij voldaan, en kunnen we terug vertrekken. Ondertussen is de stoof in onze lodge al op volle toeren aan het draaien. Ernaast staat een grote zak met – jawel – gedroogde yak stront. Dat verklaart meteen waarom alle muren buiten vol hingen met stront. Onze kokkin van dienst steekt zorgvuldig met blote handen 1 voor 1 de gedroogde stronten in de stoof waarna ze weer de keuken in verdwijnt om met diezelfde handen groentjes snijden. Heerlijk! De hitte die ondertussen uit de stoof komt is immens, het voelt warmer aan dan stoken met hout en in tegenstelling tot verse stront laat deze gedroogde variant in de stoof geen aroma na, perfect. Om de avond af te sluiten bestellen we momo’s als dessertje en genieten we van de warmte voor we onder de wol kruipen, morgen is het weer wandelen geblazen!

TPT Dag 8 – Pangboche-Chukkung

Vandaag zou een rustige dag moeten worden, we hebben naar schatting 6u30 wandelen voor de boeg, best ok dus. Het pad begint simpel, gelijkdelijk vals plat en dus ideaal om de dag mee te beginnen. Een enthousiast hondje onderweg besluit ons te volgen, en loopt vrolijk langs onze zijde mee. We komen aan een volledig vlak stuk met een prachtig uitzicht, en besluiten even te pauzeren voor een fotoshoot. Samen met de trouwe viervoeters gaan we op de foto, terwijl een aantal voorbijgangers komisch toekijkt. We trekken weer verder richting de rivier, kruisen de brug en zijn vertrokken voor het laatste stukje bergop richting Dingboche. We zijn er in een kleine 2u, best vlotjes! Het is nog geen 10u maar toch hebben we alweer honger, tijd voor lunch. We bestellen patatjes en rijst terwijl we in het heerlijk warme zonnetje genietgen van de rust. We zien hoe ze water opwarmen met een elleptisch reflectiescherm, aangezien de elektriciteit hier schaarser begint te worden en gasflessen aangebracht moeten worden door porters. Dit is dan wel een stuk praktischer natuurlijk. We delen nog een snickers als dessert en gaan weer op pad.

De weg naar Chukkung zou nog maar 2u in beslag mogen nemen, hoera! Ons einddoel is dus in zicht. Aan het eind van het dorp komen we aan een splitsing, en we volgen het correcte bordje, en dan begint de weg sterk te stijgen. Heel sterk. We hadden gehoord dat het bergop was, maar dit is echt wel pittig. Om de 10 minuten moeten we 5 minuten pauze nemen om te bekomen, de hoogte doet hier in ieder geval geen goed aan. We blijven stijgen tot we aan 4700m komen, en daar beginnen we ons vragen te stellen waar Chukkung blijft, we zijn ongeveer 2u onderweg en zijn op de correcte hoogte, maar ons gevoel zegt ons dat er iets niet klopt. We vragen even aan een gids die passeert waar Chukkung precies ligt, en hij weet ons te vertellen dat we naar beneden moeten richting Dingboche, om dan de pijl te volgen. Dat lijkt op wat we net gedaan hebben, maar blijkbaar is het padje te volgen langs de rivier, en niet steil bergop. Terug naar beneden dan maar, na serieus gevloek van Nick. Het duurt nog een half uur vooraleer we effectief aan het pad richting Chukkung kunnen beginnen, van een omweg gesproken! Ann-Sofie bekijkt het positief, das weer wat training en acclimatisatie extra.

Ditmaal zijn we wel correct, we vragen het voor de zekerheid 3 maal aan tegenliggers, en allemaal bevestigen ze dat dit de correcte weg is, oef! Het is heel de tijd vals plat, we maken tempo en zijn er in minder dan 2u. Best een goede inschatting dus. Chukkung is super klein, er zijn een 5-tal lodges en ze hebben blijkbaar onderlinge afspraken gemaakt. GEEN vrije overnachtingen hier maar verplicht Rs.500 per nacht te betalen, ongeacht het hotel waarin we verblijven. We houden niet van al te drukke lodges dus kiezen we voor een niet toeristische, kleine lodge. Het ziet er gezellig en lokaal uit, dus besluiten we hier te blijven. De gouden regel hier is, hoe minder toeristisch, hoe lekkerder het eten en hoe authentieker de kamers zijn. Ze steken de stoof aan, en met een theetje genieten we van de namiddag. Het is voor de eerste maal mogelijk om de bedden op de kamer tegen elkaar te zetten zonder de deur te blokkeren, wat het toch wel wat gezelliger maakt. Tegen 19u zijn we beiden kapot en besluiten we te gaan slapen. Wakker blijven om wakker te blijven heeft namelijk ook niet veel zin.

TPT Dag 9 – Acclimatisatie Chukkung

Om 19u gaan slapen is geen goed plan, tegen 24u is Nick alweer wakker en moet er dus tijd gerokken worden. Muziek, foto’s trekken van de sterren en een boek zorgen voor afleiding, maar om 6u is het welletjes geweest. Een vroeg ontbijt kan er altijd wel in, en terwijl Ann-Sofie nog slaapt werkt Nick stiekem een pannenkoek naar binnen. Tegen 6u30 wordt ze wakker, en is het tijd voor een tweede ontbijt, heerlijk! Ditmaal staan er gebakken patatjes op het menu, als dat niet stevig is. Simpele oat porridge is niet meer verzadigend, dat is voer voor beginnende wandelaartjes niet voor ons ervaren trekkers.

Vandaag is het opnieuw acclimatisatie, en we maken de keuze tussen Island Peak Basecamp of Imja Tso, een gletsjermeer. We hebben ondertussen al een basecamp gezien dus besluiten Imja Tso te bezoeken. Na het zoeken van de start van het pad in het dorpje zijn we op weg, het gaat langzaam bergop langs een richel, waarna we in een vallei terecht komen waar absolute stilte heerst. Geen wind, geen mensen, zelfs geen dieren. Niets. Absolute stilte, dit hebben we nog nooit gehoord. We nemen uitgebreid de tijd om onze oren rust te geven terwijl we genieten van een adembenemend landschap.

Wat verderop zien we het eerste merkpunt dat we op het correcte pad zitten, een bordje met de splitsing tussen Island Peak Basecamp en Imja Tso, het begin van de route is namelijk exact hetzelfde pad. We kiezen voor Imja Tso en meteen vervagen de lijnen van het pad. Voor zover onze verbeelding toelaat proberen we tussen de rotsen en riviertjes door een pad te zien, en een aantal kleine bruggetjes suggereert dat we wel correct lijken te zitten. Niet dus. Na een uur wandelen is er nog steeds geen meer te zien, en google maps toont aan dat we aan de verkeerde kant van het meer lijken te zitten. Google Maps is hier echter al vaker mis geweest, dus dat is geen referentie, en terwijl we wat rondlopen om Imja Tso te vinden zien we iets helderblauws aan onze rechterkant verschijnen. Een rond meer van zo’n 50m doorsnede te midden van de grijze rotsen, adembenemend. We genieten van het uitzicht, maar beseffen al snel dat de vorm van het meer helemaal niet overeenkomt met de vorm op google Maps. Misschien zijn we dan toch verkeerd. We volgen even de kaart en zien het dan opduiken achter een richel, een grijsgrauw meer dat een stuk groter, maar een stuk minder indrukwekkend is dan het eerste meertje. En dit blijkt inderdaad Imja Tso te zijn.

We nemen rustig de tijd om van beide meren te genieten, vandaag hebben we toch niets te doen. Na nog een pauze aan het kleine meer besluiten we terug te gaan, en terwijl we terugwandelen begint Ann-Sofie het gevoel te krijgen dat we het basecamp toch niet mogen overslaan, want ‘we zijn hier maar 1 keer!’. Bij Nick begint de honger al op te komen, en als dat er nog bijkomt, kunnen we niet echt meer van een rustdag spreken. Na lang twijfelen hakken we de oop door. Vooruit dan maar, op naar het basecamp. Aan het bordje bij de splitsing gaan we dus niet richting Chukkung, maar richting Island Peak, een berg van 6189m hoog en zowat dé highlight van Chukkung. Het wandelpad ernaartoe is plat. Compleet effen terrein, geen stijging of daling, en het voelt wat vreemd aan om zo lang vlak te lopen. Zo kunnen we serieus tempo maken en in geen tijd kunnen we neerploffen naast de vele gele tentjes.

Het zit hier vol van de kalkoen- of eendachtige beestjes, die na diepgaand research Tibetan Snowcocks blijken te zijn. Het enige dat ze lijken te doen, is op hoog tempo de berg op en af lopen achter elkaar aan. Vermoedelijk wel lekker in een stoofpotje voor de klimmers van Island Peak. Het is 14u30 wanneer we vertrekken aan het basecamp, en lunch begint zich dus wat op te dringen. Aan een tempo waarvan we zelf niet wisten dat het kon, keren we terug naar de homestay. 1u en 30 minuten later komen we al aan, en kunnen we onze keuze maken uit de talrijke menu-items. Ann-Sofie probeert een lokale delicatesse: Sagheffi met tomatensaus en kaas, tot onze verwondering blijkt het een eigen interpretatie van Spaghetti te zijn, what a surprise! De tomatensaus heeft nog wat bijwerking nodig, maar niets dat peper, zout en ketchup niet kunnen oplossen! En dan is het weer tijd voor yak stront, hoera! Al snel vult de kamer zich met een heerlijke warmte, een warmte die ons goesting doet krijgen in, jawel, pizza. Een dessertje kan er altijd in, dus twijfelen we geen seconde. De pizza blijkt uiteindelijk belegd te zijn met sla, wortelen en selder, overgoten met tomatensaus en kaas. Een stuk minder vettig dan dat we ze in België gewoon zijn dus.

TPT Dag 10 – Beklimming Chukkung Ri

De tweede acclimatisatiedag is er eentje op hoogte, we plannen de beklimming van Chukkung Ri, een berg met een hoogte van 5550m. We vertrekken vroeg en denken al snel het pad gevonden te hebben. Na wat klauteren komen we ineens terecht op een groter pad, en dus hebben we vermoedelijk de echte start gemist. Maar dat speelt nu geen rol meer. De berg begint met een enorm steile beklimming tussen stekelstruiken door, gevolgd door een plateau, waarbij we zicht hebben op het pad naar de top. En dat ziet er best vermoeiend uit. We nemen even pauze en beginnen dan aan de zware klus. Ondertussen worden we op de hielen gezeten door een Japans 69-jarig dametje dat we gisteren ook al opgemerkt hadden. Alsof het niets is steekt ze ons voorbij, we staan even met een mond vol tanden als ze ons aanspreekt en ons moed inspreekt. Net op dat moment moeten we de keuze maken welke top we gaan beklimmen, we hebben er de keuze tussen 5450 en 5550m, en aangezien het Japanse dametje volop voor de 5550m kiest, kunnen wij niet anders dan volgen. Al is volgen veel gezegd, want voor we het goed en wel beseffen is ze uit het zicht verdwenen.

Het laatste deel van de klim is ontzettend zwaar, en vraagt meer spiderman-werk dan eender welk punt van de trekking tot nu toe. Na het starten van een aantal kleine steenlawines en ander geklungel bereiken we de top, waar we kunnen genieten van het beste zicht op Lhotse, Island Peak en Pumori. We zien hoe het japans dametje bijna op het punt staat van te vertrekken, maar niet vooraleer we samen een foto genomen hebben. Zoals gewoonlijk nemen we uitgebreid de tijd, we spenderen ongeveer een half uur op de top wanneer Patrick, een Amerikaan die we de afgelopen dagen al enkele malen zijn tegengekomen, ook zien aankomen. Geen van ons heeft last van de hoogte, het is de eerste keer dat we op 5500m zijn, wat een serieuze uitdaging is voor je lichaam. Na een babbel keren we terug, een stuk trager dan verwacht. De afdaling is nog minder evident dan de beklimming, en dus nemen we ruim de tijd om ongelukken te voorkomen. Onderweg komen we een Duits koppel opnieuw tegen, dat is ondertussen al de derde keer. Het is komiek om te zien hoe iedereen ongeveer hetzelfde schema lijkt te volgen, want telkens loop je dezelfde mensen tegen het lijf, enorm plezant! We ontmoeten hier ook George, een Londenaar die in zen eentje de Three Passes Trek aan het wandelen is. Verveeld van alleen maar selfies van zichzelf te kunnen nemen vraagt hij ons eens een foto van hem met het landschap te trekken. En op die manier geraken we al snel aan de praat met George. Zo zien we in totaal een 8-tal mensen, en iedereen heeft het plan om morgen de uitdaging van Kongma La – de eerste pas – aan te gaan, en iedereen lijkt rond 6u30 te vertrekken, perfect, zo gaan we zeker niet verdwalen.

Terug aangekomen in de lodge besluiten we de was te doen, het is de eerste keer dat we de mogelijkheid hebben om een simpele ton warm water te krijgen, en ondertussen staan onze sokken al stijf, hoog tijd voor een wasbeurt dus. Het water moet meermaals verversd worden, bij elk kledingstuk wordt het zo smerig als iets. We leggen alles te drogen op de stenen in de tuin en hopen dat de zon en de wind hun werk doen om het tegen vanavond droog te krijgen. Na een uitgebreide lunch en leuke babbel met de Japanse dame, die ook in onze lodge blijkt te verblijven, halen we de kleren binnen en gaan we slapen. We zijn er klaar voor!

TPT Dag 11 – Chukkung-Lobuche via Kongma La

De dag van Chukkung naar Lobuche gaat over Kongma La, de eerste – en meteen ook de hoogste – van 3 passen, met een hoogte van 5535m. We hebben gisteren gehoord dat het ongeveer 7-8u wandelen is als je doorstapt, en 9-10u als je traag wandelt. Met dat idee vertrekken we om 6u30, tijd genoeg dus om zelfs 9u onderweg te zijn als het moet. We zien iedereen tegelijk vertrekken, iedereen zoekt hetzelfde bruggetje om de rivier over te steken, tot 1 iemand het voorbeeld geeft en de rest mooi kan volgen. We zien hoe het Duitse koppel van gisteren een andere route pakt, een route die veel meer lijkt te stijgen. Wij zien echter pijtjes langs de weg staan, en zijn er vrij zeker van dat we juist zitten, hopelijk is dat voor hen ook het geval en zijn er gewoon twee routes (zoals hier wel vaker het geval is). Het pad begint rustig stijgend, en wordt steeds steiler en steiler tot we een plateau bereiken en wat rust kunnen nemen. George is ons ondertussen in een rotvaart voorbij gestoken, met Iron Maden muziek die hij loeihard via zen gsm afspeelt heeft hij een stevig tempo te pakken. We gaan elk op eigen tempo verder en zien mekaar op de top of in het volgende dorp.

Het pad gaat wat op en neer, maar we voelen dat de algemene trend duidelijk naar boven is. De hoogtemeters komen er langzaam maar zeker bij, en dan komen we aan bij een klein bevroren meertje. Dat geeft ons het gevoel dat het Kongma La meer achter de volgende heuvel zal liggen, maar al snel komen we tot de vaststelling dat dat niet het geval is. Niet achter de heuvel erna, en ook niet achter de heuvel daarna. Wat versuft van de ontgoocheling blijven we verder wandelen tot we beiden eens naar links omkijken en tot onze verbazing een helder blauwe massa naast ons zien liggen. We zijn er verdorie langs aan het wandelen, en geen van ons die het had opgemerkt. Het meer is prachtig, de weg naar de top minder. Want hoe duidelijk het meer te zien is, zo onduidelijk is het pad naar boven. We zien een muur van rotsen, maar nergens een spoor van iemand die ons is voor geweest. Dit beeld vraagt om een rustmomentje, om even te bekomen vooraleer we aan het ondoenbare beginnen.

De beklimming is zwaar, het voelt loodrecht naar boven en eindeloos lang, tot we een Belgisch koppel, dat aan de afdaling bezig is, horen zeggen dat we er bijna zijn, eindelijk! Uitgeput komen we aan, maar dat gevoel zijn we al snel vergeten want het uitzicht is niet te geloven. Een helder blauw meer, besneeuwde bergtoppen en het kronkellende padje dat we zelf bewandeld hebben, niets geeft meer voldoening dan dit. Na een traantje van geluk omwille van het fenomenale uitzicht is het tijd voor lunch, lunch with a view zeg maar. 2u lang genieten we van het uitzicht en de rust, terwijl vele andere trekkers komen en gaan. Iedereen die we de voorbije dagen hebben ontmoet zien we opnieuw, Patrick, de Israëliers, het Duitse koppel, en met allemaal hebben we een leuke babbel. Enkel die straffe George was ons vandaag te snel af. En dan is het tijd voor de afdaling. Een afdaling uit de diepste gedrochten van de hel. 1000m afdalen op los grint, om daarna opnieuw bergop te moeten – quasi loodrecht omhoog – om een gletsjer over te steken, we hebben al leukere vooruitzichten gehad.

Het deel bergaf duurt een eeuwigheid, en eens we aan de gletsjer komen is het stukje bergop niet zomaar een beetje bergop, maar een muur van tientallen meters hoog. Zowel Patrick als het Duitse koppel zijn ons hier zonet voor gegaan, dus kunnen wij dat ook. Na een beklimming die nog langer lijkt te duren dan de afdaling zien we eindelijk de gletsjer van aan de rand, en hij is imens. We kunnen de overkant zien, maar hoe veel afstand ertussen zit is onmogelijk in te schatten. En nu is het uiterst belangrijk van niet verkeerd te lopen. We hebben verhalen gehoord van mensen die gered moesten worden met een helikopter omdat ze compleet verdwaasd bleven ronddolen in het eindeloos labyrinth dat de gletsjer is. Als je 1 verkeerde afslag neemt is het onmogelijk om er nog te geraken (tenzij je terugkeert natuurlijk). Net als wij eraan willen beginnen zien we zowel Patrick als de Duitsers staan kijken, Patrick was langs links gaan zien, het Duitse koppel langs rechts. En het lijkt erop dat links de correcte weg is. Dat hebben we gisterenavond ook gehoord, maar rechts ziet er een verstandigere keuze uit. En dat is nu dus blijkbaar net de val van de gletsjer, in dit geval mogen we niet voor de weg kiezen die er het makkelijkste uitziet (nl rechts) maar kiezen we op goed geluk voor links, de weg die ons aangeraden werd. Na wat geklauter en het volgen van iets dat wel iets weg heeft van een pad bereiken we een smalle ‘brug’ van rotsblokken, waar we het gesmolten deel van de gletsjer kunnen oversteken. En dan worden het de zwaarste kilometers tot nu toe. We hebben honger, zijn compleet aan het einde van ons latijn en de kilometers blijven maar komen. Het is voortdurend op en neer klauteren op de gletsjer. We blijven mooi samen, de Duitsers, Patrick, wij … ieder klimt op eigen tempo verder. En dan zien we het einde, een laatste klim en heel wat tandengeknars later bereiken we Lobuche, het dorpje voor de overnachting. Euforie alom. Wat een zware, maar oh zo mooie dag was dit! Iedereen krijgt een welgemeende high five van elkaar en samen zoeken we een lodge om te overnachten.

Het beloofd een leuke avond te worden, tof gezelschap, leuke lodge, goed eten. De gletsjer is voor Nick echter teveel geweest, en hoofdpijn en maagkrampen steken de kop op. Er zit niet veel anders op dan te rusten aan de stoof, veel socializen zal er niet inzitten vanavond. Patrick tovert een paar wonder pillen uit en rugzak die Nick hopelijk snel beter maken. Het tegengestelde geldt voor Ann-Sofie, die redelijk gezond uit de gletsjer geraakt is. Een hele babbel en een feestmaaltijd later besluiten we te gaan slapen, we zien morgen wel hoe het vordert, hopelijk is Nick beter, dan kunnen we verder richting EBC, anders wordt het een dagje rusten.

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s