Bangkok is uitgebouwd rond water, en dat is duidelijk te zien aan de vele rivieren en kanalen die door de stad heen lopen. De kleine kanaaltjes, klongs genaamd, zijn leuk om te gaan ontdekken, wat perfect kan gebeuren met de boottaxi. Een concept dat bij ons amper zou renderen, is hier voor vele stadsmensen een dagelijks gebeuren. Een longtailboat vaart aan volle snelheid de kanalen door, legt telkens voor een paar seconden aan, om daarna weer verder te vlammen. Het gaat snel, enorm snel. Zo snel dat je op voorhand best weet wanneer je moet opstappen, want als je het pas doorhebt wanneer je aangemeerd ligt, is de kans groot dat je te laat bent om af te stappen.
We nemen de boottaxi om een bezoek te brengen aan het airplane graveyard, een veld waarop een aantal (stukken van) vliegtuigen gedropt zijn, vermoedelijk door de luchtvaartmaatschappij die dit als een goedkopere optie zag dan het effectief ontmantelen. Ondertussen heeft zich hier een familie gevestigd die inkom vraagt per persoon, voor een veld dat ze eigenlijk niet eens zelf bezitten. Als dat geen goeie business is. We nemen er uitgebreid de tijd, want in nagenoeg elk wrak kun je binnen om rond te snuisteren en vervlogen tijden te herbeleven. Het is imposant om aan te zien, en wanneer je er los naast staat besef je pas hoe groot een vliegtuig eigenlijk is. Je mag er vrij rondlopen, en dat urbex gevoel is echt wel eens plezant. Het is klauteren en opletten geblazen (niet elk stuk vloer is nog even stevig), maar we geraken in de cockpit van één van de vliegers, en kunnen in gedachten even piloot en copiloot spelen. Nu komen al Ann-Sofie haar ‘Aircrash Investigation’ afleveringen pas van pas. Zonder enig probleem weet ze ons vliegtuig virtueel de lucht in te sturen. Hoera!
Even verderop ligt een half open gesneden vliegtuigromp waarin je tot op de bovenste etage kan klauteren, en je van bovenaf het domein kunt bekijken, en je dus een prachtig overzicht hebt. Verschillende plekken zijn versierd met streetart (of plane-art natuurlijk) en fleuren zo het hele gebeuren op. Echt een unieke ervaring!
Op de terugweg richting de hostel stappen we een halte vroeger van de boottaxi om zo het Lumpini park te kunnen bezoeken. Een park waar je in alle rust kunt genieten van de natuur (die in Bangkok nogal ontbreekt). We huren er een pedalo voor een uur en varen het meer rond, waarbij we getuige zijn van een gruwelijk tafereel. Een kleine varaan had een vis gevangen en probeert die langs de kant op te eten, maar z’n ogen waren duidelijk groter dan z’n mond want hij krijgt de vis maar niet opgeslokt. Dat ontglipt een grotere varaan iets verder niet, en hij haast zich om de vis af te pakken, waarbij de kleine varaan uit angst wegvlucht. Ook voor deze varaan is het echter nog een serieuze opgave om de vis binnen te werken. Hij heeft de stam van een boom nodig om de vis letterlijk binnen te duwen, waarbij z’n kaken maximaal open staan. Het duurt welgeteld 7 minuten vooraleer de vis volledig binnengewerkt is, zonder ook maar één keer te kauwen, lekker kan dit niet echt geweest zijn. Deze natuurpracht heeft onze tijd wel mooi laten verderlopen, en dus komen we een beetje te laat terug bij het startpunt van de pedaloverhuur. Allemaal geen probleem, en we krijgen een lieve glimlach terug.
Net op dat moment begint de zumba, een dagelijkse gewoonte in zowat heel Azië. Het is al sterk afgekoeld omdat de zon bijna onder is, en dus is het tijd om te bewegen. De muziek staat vollebak en werkt nogal aanstekelijk. De dansjes lijken niet zo moeilijk en dus twijfelen we er geen seconde aan om mee te doen, het is al een hele poos geleden dat we nog eens gesport hebben. Een half uurtje later zit onze workout er op, en keren we via Little India terug naar de hostel, met een kleine tussenstop voor een Massala Chai, waar Nick nog steeds grote fan van is. Zoals hier wel vaker gebeurt, zit de thee in een plastiek zakje, maar we krijgen er deze keer wel een bekertje bij!