5 feburari is het Chinees nieuwjaar, een belangrijke feestdag in zowat heel Azië. Aangezien wij ondertussen na 7 maanden Azië als volwaardige Aziaatjes beschouwd kunnen worden, stond deze dag met stip aangeduid in onze agenda. Nu we Chinees nieuwjaar eens kunnen meemaken in een gigantische Chinatown, zorgen we dat we vroeg op pad zijn, zodat we geen seconde van het spektakel hoeven te missen. Om volledig te blenden met de feestgangers kleden we ons vandaag volldig in het rood, Ann-Sofie in een rood kleedje en Nick in z’n rode hemd. Klaar voor het grote feest.
We arriveren rond 10u00 in Chinatown en er is al meteen een drukte van jewelste, en overal langs straat wordt er eten verkocht. Van lokale Thaise lekkernijen tot Sushi, Chinese soepjes, Japanse takoyaki en zelfs suikerspinnen, voor ieder wat wils. Alle Chinezen lijken inkopen te doen en zichzelf eens goed te verwennen, iets waar we de reden pas later van ontdekken. Het schijnt dat ze in hun thuisland geld moeten ronddelen als teken van gelukwensen met nieuwjaar, maar als ze op reis zijn hoeven ze dat niet te doen. Dus vinden ze er niet beter op dan met hetzelfde geld op reis te gaan, kleren en juwelen te kopen, en het dus niet aan hun naasten uit te delen. Zo kan het dus ook.
De straten zijn versierd met grote spandoeken met onleesbare Chinese opschriften en hier en daar hangen de typische rode lampionnetjes. T-shirts met een varkenscartoon erop (2019 is het jaar van het varken) worden aan de lopende band verkocht, en meteen gedragen. Wij prijzen ons gelukkig dat we al in het rood gekleed zijn en ons dus niet verplicht voelen zo’n afgrijselijk T-shirt te kopen om te blenden met de feestgangers.
Rond de middag begint het echt druk te worden, en lijkt Chinatown pas echt tot leven te komen. De locals staan laaiend enthousiast langs de kant van de weg, klaar om naar de optochten, met draken- en leeuwendansen te kijken. Wanneer de politie de baan begint vrij te maken denken we dat het nu echt zal gaan beginnen. We vrijwaren een plaatsje op de eerste rij en proberen een idee te krijgen van wat er allemaal gaat passeren. We vragen een paar keer aan de aanwezige agenten hoe laat de parade zou gaan beginnen, maar telkens krijgen we een ander antwoord, dus blijven we mooi wachten. 3 uur lang, eindeloze wachttijden beginnen zowat een gewoonte te worden. Wanneer het dan eindelijk zover is blijkt het niet eens een feestelijke parade te zijn, geen draken en al helemaal geen muziek of dansers, maar het passeren van de Prins van Thailand, die met een hoop belangrijke mensen gaat eten in zijn favoriete restaurant. Blijkbaar een gebruik op Chinees Nieuwjaar, eentje dat jammer genoeg niet op onze planning vermeld stond. En daarvoor hebben wij 3u staan wachten, we hebben hem uiteindelijk niet eens echt zien passeren, aangezien hij verscholen zat in 1 van de 5 wagonnetjes van een soort toeristen trein met allemaal opgetutte mensen. Jammer maar helaas. Plots doen de agenten teken dat we terug de straat op mogen en is de hele heisa gepasseerd. Het is ons een raadsel waarom mensen hiervoor oplijnen, en hoe wij ons hebben kunnen laten vangen.
Wanneer het dan donker begint te worden, komen er uiteindelijk wel een aantal dansende draken, genoeg om het volk wat te entertainen, en het toch een beetje Chinees te maken. Het vuurwerk dat uit de bek van de draken komt schiet ons om de oren (en dat mag letterlijk genomen worden), en nu en dan moeten we een sprong opzij maken omdat ze in volle vaart voorbijvlammen. Uiteindelijk druipen we af voor twaalf uur ‘s nachts omdat we de verveling niet meer de baas kunnen. Onze voeten doen bovendien nog pijn van het wachten op de Koning en verdienen een deugddoende voetmassage. Over de hele dag gezien geen fameuze ervaring, maar zo hebben we toch eens een vuurspuwende drakendans gezien.